6.3 Horigen en ridders

De Middeleeuwen
6.3 Horigen en ridders
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
6.3 Horigen en ridders

Slide 1 - Tekstslide

Stukje herhaling van de vorige keer:
Karel de Grote was koning van een enorm rijk en besturen was lastig. Noem een oplossing die hij hiervoor had.

Slide 2 - Open vraag

Uit welke drie standen bestond de middeleeuwse standensamenleving?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren (horigen), geestelijken en edelen.

Slide 3 - Quizvraag

In de middeleeuwen was sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel

Slide 4 - Quizvraag

Welke stand in de standensamenleving?
De paus is van de ..
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand

Slide 5 - Quizvraag

Karel de Grote was van de..
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseerden en bestuurden, en hoe het leven van de boeren er uit zag.

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van ridders?

Slide 8 - Woordweb

Hofstelsel (1)
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp

Slide 9 - Tekstslide

Hofstelsel (2)
  • In het hofstelsel was het domein in twee stukken verdeeld.

  • Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)

  • De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.

Slide 10 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 11 - Tekstslide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, 
  • waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 12 - Tekstslide

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De Middeleeuwen
6.3 Horigen en ridders

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoe beschrijf je het hofstelsel?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het drieslagstelsel?

Slide 18 - Open vraag

Veel plichten, weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein.
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten hem gehoorzaam zijn aan
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 19 - Tekstslide


Ridders en kastelen

  • Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer.
  • In ruil daarvoor kreeg de ridder een paard,  wapenuitrusting en een kasteel
  • In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
  • Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
  • De meeste kastelen die er nu nog staan zijn van na het jaar 1000.

Slide 20 - Tekstslide

Heb je nog een vraag?

Slide 21 - Open vraag

Noem 1 ding wat je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag


Maak van TvG par 6.3 
vraag 3, 6, 7 en 10
(is hw voor volgende dinsdag)


Slide 23 - Tekstslide