Trede 9 - Leerdoel 2 (Luisteren)

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui

- Herhaling werkwoorden

- Herhaling bijvoeglijk nw

- Vocabulaire 'wonen' 

- Plaatsbepalende voorzetsels

Doelen:

1. Je kunt een beschrijving van een kamer met meubels verstaan

2.Je kunt een beschrijving van een huis of kamer verstaan

3. Je verstaat waar iets zich bevindt (plaatsbepalende voorzetsels)

Les verbes

- jeu de l'oïe

- jeu de dés

Les verbes

1	aimer	je	présent
2	avoir	tu	passé composé
3	être	elle	présent
4	donner	nous	passé composé
5	faire	vous	présent
6	aller	ils	passé composé

Bijvoeglijk naamwoord

Ma soeur est (groot)

1. grand
2. grande
3. grands
4. grandes

Mes frères sont (sportief)

1. sportif
2. sportive
3. sportifs
4. sportives

Irene et Josephine sont (Frans)

1. français
2. française
3. françaiss
4. françaises

Ma grand-mère est (oud)

La voiture est (nieuw)

Vocabulaire 

- Learning Portal

- Quizlet

- Plaatjes memory

Plaatsbepalende voorzetsels

in, op, onder, naast, ...

Welke kamer is dit?

Welke kamer is dit?

Welke kamer is dit?

Welke kamer is dit?

Ik ken de namen van de kamers in een huis

😒🙁😐🙂😃

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Ik ken de namen van meubels

😒🙁😐🙂😃

devant

entre

dans

derrière

sur

sous

à côté de

Ik ken de plaatsbepalende voorzetsels

😒🙁😐🙂😃

Dit heb ik volgende keer nodig: