23VZ AFP M8 wk2 Stollingsstoornissen en bloedplaatjes

M1W1
2
Ziekten van bloed en bloedvormende organen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
2
Ziekten van bloed en bloedvormende organen

Slide 1 - Tekstslide

P.M6H1
ziekten van bloed en bloedvormende organen
Leerdoelen Pathologie...
  • Je kan benoemen wat stollingsstoornissen zijn




Slide 2 - Tekstslide

de bloedstolling wordt in gang gezet bij...
  • een wond (beschadigd bloedvat)
  • een trage bloedstroom (trombose)
  • een operatie of injectie
  • een tekort aan stoffen die helpen de stolling uit te voeren

1.4 stollingsstoornissen
(voorkennis)

Slide 3 - Tekstslide

bloedplaatjes zijn de bloedcellen die de stolling in gang kunnen zetten...
  • ze hebben geen celkern
  • ze leven rond de 10 dagen
1.4 stollingsstoornissen
(voorkennis)

Slide 4 - Tekstslide

wanneer bloed uit een bloedvat loopt (bloeding), dan...
  1. knijpt het bloedvat dicht
  2. gaan de BP klitten, zo wordt een prop gevormd
  3. wordt van plasma-eiwit fibrinogeen het draderige fibrine gemaakt

1.4 stollingsstoornissen
(voorkennis)

Slide 5 - Tekstslide

er zijn twee manieren om het draderige fibrine te maken...
  1. door stoffen om te zetten die in het bloedplasma zitten, dit leidt uiteindelijk tot fibrine vorming (intrinsieke stolling)
  2. door stoffen die in het omliggende weefsel zitten, dit leidt uiteindelijk ook tot fibrine vorming (extrinsieke stolling)
1.4 stollingsstoornissen

Slide 6 - Tekstslide

een stollingsstoornis treedt op als een deel van de stollingsketen verstoord raakt...
  • er ontbreekt een stollingsstof of een hulpstof om deze te maken
  • er is een tekort aan bloedplaatjes
1.4 stollingsstoornissen

Slide 7 - Tekstslide

er ontbreekt een stollingsstof...
  • hemofilie (stof 8 of 9), komt alleen bij jongens voor
  • ziekte van Von Willebrand (plak-factor bij BP)
  • factor V Leiden (door dit gemis aan FV gaat de stolling te snel > trombose)
1.4 stollingsstoornissen

Slide 8 - Tekstslide

er ontbreekt een hulpstof om een stollingsstof te maken...
  • vitamine K (gemaakt door de darmflora, zorgt voor het maken van meerdere stollingsstoffen ('1972')
1.4 stollingsstoornissen

Slide 9 - Tekstslide

er is een tekort aan bloedplaatjes...
  • aplastische anemie
  • leukemie (wittebloedcelkanker)
  • chemotherapie, bestraling
  • auto-immuunziekte
1.4 stollingsstoornissen

Slide 10 - Tekstslide

klachten verschillen per persoon...
  • bloedingen in spieren, gewrichten
  • blauwe plekken
  • bloedend tandvlees
  • bloedneuzen
  • lang nabloeden na een ingreep of operatie
  • extreme menstruatie met bloedarmoede tot gevolg en hevig bloeden tijdens en na een bevalling
1.4 stollingsstoornissen

Slide 11 - Tekstslide

waarden die in het bloed gemeten worden zijn...
  • INR (international normalized ratio) is een maat voor de stollingstijd van het bloed
  • hoe lang het stollen duurt, ten opzichte van de normale tijd
  • hoog = bloedingsrisico
  • laag = stollingsrisico
1.4 stollingsstoornissen

Slide 12 - Tekstslide

waarden die in het bloed gemeten worden zijn...
  • aantal bloedplaatjes (normaal 150 - 450 x 109 per liter bloed)
  • te veel = trombocytose (kans op trombose)
  • te weinig = trombopenie (kans op bloeding)
1.4 stollingsstoornissen

Slide 13 - Tekstslide

waarden die in het bloed gemeten worden zijn...
  • d-dimeer (afbraakproduct van fibrine), twee fragment-d stukjes aan elkaar
  • verhoogd bij aanwezigheid van stolsel(s)
1.4 stollingsstoornissen
F
d-dimeer

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

A.M6H1
bloed
Leerdoelen Anatomie...
  • Je verwoordt hoe de bloedstolling plaatsvindt.

Slide 16 - Tekstslide

als een bloedvat scheurt, dan...
  1. vernauwt het bloedvat (om bloedverlies tegen te gaan)
  2. klitten de BP aan elkaar (propvorming)
  3. wordt van fibrinogeen fibrine gemaakt (draadvorming)
1.3
bloedplaatjes

Slide 17 - Tekstslide

de lever maakt het stollingseiwit fibrinogeen, dat voorkomt in het bloedplasma...
  • bij een bloeding wordt dit omgezet (stap 3 van de stolling) in lange fibrine draden
2.3
stollingseiwitten

Slide 18 - Tekstslide

het gat in het bloedvat wordt zo goed gedicht...
  • door het uitharden van fibrine ontstaat een korstje
  • als de wond hersteld is, lost het korstje op

2.3
stollingseiwitten

Slide 19 - Tekstslide