H4.1 Oriëntatie

H4.1 Oriëntatie
opdrachten 2, 3 en 6
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4.1 Oriëntatie
opdrachten 2, 3 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Revolutie
Revolutie = een grote verandering in een samenleving, die in korte tijd plaatsvindt.
Oorzaken zijn vaak :
  1. • Honger
  2. • Economische problemen (armoede)
  3. • De vraag naar politieke veranderingen (inspraak)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel-
Hoe ontstond de Franse Revolutie (1) en waarom leidde die tot nieuwe ideeën over de rechten van de burgers?(2)

1. De Franse Revolutie ontstond uit de onvrede onder de mensen. Leden van de derde stand (boeren en burgers) hadden niets te vertellen in het bestuur van het land maar moesten wel veel belasting betalen.
2. Zij eisten meer gelijkheid én meer inspraak in het bestuur en tijdens de Franse Revolutie werd geprobeerd een aantal nieuwe ideeën over de rechten van de mens en een goed bestuur in de praktijk te brengen. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Hfd.4.1 Oriëntatie
opdrachten 2, 3 en 6
Tijd van pruiken en revoluties
1700-1800

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2
Je hebt ook al geleerd over de driestanden-samenleving. Vul de juiste woorden in.

De koningen vroegen de standen vaak om advies. Daardoor ontstonden de standen-vergaderingen, de Staten-Generaal. Hier kwamen vertegenwoordigers van de drie standen bij elkaar, dat waren de geestelijkheid, de adel en vertegenwoordigers van het werkende volk. In de praktijk waren de vertegenwoordigers van het werkende volk vaak rijke burgers uit de steden.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3
Kleur de Tijd van regenten en vorsten blauw op de tijdbalk. Kleur de Tijd van pruiken en revoluties rood op de tijdbalk.
gemarkeerd de periodes:
  • Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) (oranje)
  • Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) (blauw)


Slide 6 - Tekstslide

Opdracht-5
Bron 2 laat zien welke rechten de mens en burger zouden moeten hebben volgens de mensen die de Franse Revolutie begonnen. Er zijn heel veel afbeeldingen gemaakt van de ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger’ zoals je die ziet in bron 2. Geef daarvoor een verklaring.
De mensen waren er trots op en wilden bekendmaken welke rechten ze hadden verkregen.

 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht-6
Welke kenmerken van de samenleving van vóór de Franse Revolutie worden veranderd door de rechten in artikel 1 en in artikel 3 van de Verklaring? Leg je antwoord uit.
Artikel 1. 
  • De standensamenleving wordt afgeschaft, want alle mensen hebben nu gelijke rechten.
artikel 3. 
  • De koning mag niet meer in zijn eentje alles beslissen en het land alleen besturen omdat het volk nu de macht heeft.




 

Slide 8 - Tekstslide

Pak je agenda..
H4.2 Lodewijk XIV, een absoluut heerser
Lees Blz. 82-86
Maken opdrachten :
les 1. opdrachten 15, 17, 18 t/m 22
les 2. opdrachten 23, 25, 26, 29 + 30








 

Slide 9 - Tekstslide

H4.2 Leerdoelen
Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
  • Lodewijk XIV (14e) bestuurde Frankrijk als een absoluut vorst, een soort alleenheerser. Hij was van mening dat hij zijn macht van God had gekregen en aan niemand verantwoording af hoefde te leggen (= absolutisme). Hij noemde zichzelf 'Zonnekoning' omdat hij vond dat alles in Frankrijk om hem moest draaien zoals de planeten om de zon draaien.








 

1/2

Slide 10 - Tekstslide

H4.2 Leerdoelen
Wat waren de gevolgen van zijn manier van besturen voor Frankrijk en haar inwoners?
Hij had de adel politiek uitgeschakeld, de belastinginning laten verbeteren en de economie moderner gemaakt. 
Lodewijk XIV voerde veel oorlogen (duur en veel slachtoffers) en de kosten van zijn levensonderhoud waren hoog. De derde stand moest steeds meer belasting betalen. Hun huizen en landerijen werden dikwijls geplunderd door rondtrekkende soldaten. Zij hadden er genoeg van.







 

2/2

Slide 11 - Tekstslide