Deze paragraaf gaat over het strafrecht, en hoe de opsporing van criminelen gaat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Par 6: Strafrecht, opsporing en vervolging
Open ook bladzijde 56 van je tekstboek.
Deze paragraaf gaat over het strafrecht, en hoe de opsporing van criminelen gaat
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling: Schrijf in een samenvatting van 250 woorden wat een rechtsstaat is en leg uit wat ieder grondbeginsel is EN waarom dit een grondbeginsel is voor een rechtsstaat.
Slide 2 - Open vraag
https:
Slide 3 - Link
"Dit is een aanslag op onze rechtsstaat' Aldus minister Grapperhaus in het filmpje van de vorige dia. Wat bedoelt hij hiermee?
Slide 4 - Open vraag
De rechtsstaat en het strafrecht
Grondrechten:
1. iedereen heeft recht op een eerlijk proces
2. Onschuldvermoeden
3. Strafprocesrecht voor verdachten
4. Iedereen heeft recht op een advocaat
Slide 5 - Tekstslide
De rechtsstaat en het strafrecht
Legaliteitsbeginsel: de overheid kan pas beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als dit is vastgelegd in wetgeving.
1. strafbaarheidsbeginsel
2. ne bis in idem regel
3. maximumstraf
4. verjaring
Slide 6 - Tekstslide
Het strafrecht
Maakt onderscheid tussen misdrijven en overtredingen
Criminaliteit --> alle misdrijven die in de wet staan
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
01:20
Wat gebeurt er na een misdrijf?
Stap 1: politie verzamelt informatie over het strafbare feit.
de officier van justitie leidt het opsporingsonderzoek. Aan het einde van het onderzoek wordt het proces-verbaal opgemaakt.
Stap 2: De officier van justitie bepaalt wat er met het proces verbaal gedaan wordt. Als er voldoende bewijs is gaat de zaak naar de rechter
Stap 3: De rechter stelt vast of de verdachte schuldig is
Slide 9 - Tekstslide
02:00
Opsporingsbevoegdheden politie
Zonder toestemming Met toestemming
1. Iemand staande houden 1. Binnengaan van een woning
2. Fouilleren 2. Afluisteren van telefoongesprekken
3. Aanhouden 3. Preventief fouilleren
4. Negen uur op het bureau vasthouden 4. Langer dan 9 uur vasthouden
5. In beslag nemen van bewijs 5. Infiltratie
Slide 10 - Tekstslide
03:00
De officier van justitie
Alle officieren van justitie samen noem je het Openbaar Ministerie (ook wel OM)
- Seponeren
- Transactie/strafbeschikking
- Vervolgen
Slide 11 - Tekstslide
Seponeren, transactie, vervolgen? Wat kies jij en waarom? Op school steekt een jongen een afvalcontainer in brand. De directeur stuurt hem van school en doet aangifte.
Slide 12 - Open vraag
Seponeren, transactie, vervolgen? Wat kies jij en waarom? Een man doet aangifte omdat hij bij een ruzie in een café is geslagen en geschopt. De man heeft pijn, maar geen blijvend letsel
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
02:36
Vrijheid vs veiligheid. Stel er zou nu een referendum zijn over deze wet zou jij dan voor of tegen de invoering van deze wet zijn? Leg uit waarom.
Slide 15 - Open vraag
01:43
Uitbreiding opsporingsbevoegdheden
1. Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
2. wet opsporing terroristische misdrijven
3. Aftapwet
De uitbreiding van de bevoegdheden staan op gespannen voet met de grondrechten van burgers.
Slide 16 - Tekstslide
Vervolg
Maak opdrachten van par 6: 2,3,4,7,8,9,10,11,12 blz 40-43