CH3 H3

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?


  • Oefenen voor de toets
  • Leren voor de toets 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?


  • Oefenen voor de toets
  • Leren voor de toets 

Slide 1 - Tekstslide

Passé composé (avoir)
Hulpww avoir + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord past zich aan aan het pers. vnw. Het voltooid deelwoord blijft altijd het zelfde. 

De uitgangen van het voltooid deelwoord: 
-ER = stam + é / -IR = stam + i / -RE = stam + u

4 uitzonderingen: 
  1. avoir = eu 
  2. être = été 
  3. faire = fait 
  4. prendre = pris 
Passé composé (être)
Hulpww être + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord EN het voltooid deelwoord passen zich aan aan het pers. vnw. De uitgangen zijn het zelfde als bij avoir, maar wordt (indien nodig) vervolgd door een extra letter (zie tabel). 

Werkwoorden die vervoegd worden met être: rentrer, rester, arriver, entrer & aller
M EV
-
V EV
-e
M MV
-s
V MV
-s

Slide 2 - Tekstslide

rentré
rentrée
rentrés
rentrées
Il est
Elle est
Ils sont
Elles sont

Slide 3 - Sleepvraag

Qu'est-ce que tu (faire) pendant les vacances?
A
Fait
B
As fait
C
As fairé
D
Es fait

Slide 4 - Quizvraag

Ilse (aller) en ville pour faire du shopping.
A
A allé
B
Est allée
C
Est allées
D
Est allé

Slide 5 - Quizvraag

Elles (inviter) ma cousine Cloé.
A
Avons invité
B
Ont invité
C
Ont Invitées
D
Avez invité

Slide 6 - Quizvraag

Bas et Manon, vous (arriver) au cinéma.
A
Êtes arrivés
B
Avez arrivé
C
Sommes arrivées
D
Êtes arrivé

Slide 7 - Quizvraag

Emma et sa cousine (entrer) à la maison.

Slide 8 - Open vraag

Nous (attendre) le train.

Slide 9 - Open vraag


Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp kan in een zin vervangen worden door persoonlijke voornaamwoorden.
-> ik ontmoet Simon - ik ontmoet hem.  
In het Frans moet je kijken of het lijdend voorwerp mannelijk, vrouwelijk, met een klinker/h of meervoud is (zie tabel).
Plaats van het pers. vnw: algemene regel: voor het hele werkwoord in de zin (eindigend op -ER, -iR, of -RE). Staat er geen heel werkwoord in de zin? Dan komt het pers. vnw. voor het éerste werkwoord in de zin. 
Enkelvoud
Klinker/stomme h
meervoud
M
Le
L'
Les
V
La
L'
Les

Slide 10 - Tekstslide

Waar kan je het lijdend voorwerp door vervangen? Tu aimes les cours de français?
A
Le
B
La
C
L'
D
Les

Slide 11 - Quizvraag

Waar kan je het lijdend voorwerp door vervangen? Vous voulez visiter le parc Disneyland Paris?
A
Le
B
La
C
L'
D
Les

Slide 12 - Quizvraag

Waar kan je het lijdend voorwerp door vervangen? Vous organisez la fête?
A
Le
B
La
C
L'
D
Les

Slide 13 - Quizvraag

Waar kan je het lijdend voorwerp door vervangen? Vous avez vu ce film?
A
Le
B
La
C
L'
D
Les

Slide 14 - Quizvraag

Vervang en zet op de juiste plek:
Le garçon rencontre la fille Aux pays-Bas.
Le garçon _____ rencontre _____ Aux Pays-Bas.

Slide 15 - Open vraag

Vervang en zet op de juiste plek:
Mélanie va préparer son voyage?
Mélanie _____ va _____ préparer?

Slide 16 - Open vraag

Ik begrijp de grammatica volledig
010

Slide 17 - Poll

Leer voor de toetsweek!


Laatste les om jouw vragen te stellen voor Frans!

Slide 18 - Tekstslide