H1 - Opbouw van een dier

Pak je laptop aantekeningenschrift, etui en EF-agenda!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak je laptop aantekeningenschrift, etui en EF-agenda!

Slide 1 - Tekstslide

Regels

Regels in de klas:
  • Ik luister naar de docent en klasgenoten.
  • Ik heb elke les mijn spullen op orde.
  • Ik heb een actieve werkhouding.
  • Ik ga respectvol om met elkaar en met spullen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
Samenvatten H1+H2
  • Theorie: Opbouw organisme


  • Theorie:Bloedsomloop
  • Bloeds omloop tekenen... Rood en blauw
  • (verder werken aan werkstuk)
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe een organisme is opgebouwd van molecuul tot organisme.
  • Ik leg uit dat cellen zich kunnen delen en stoffen actief en passief kunnen opnemen en gebruiken.
  • Ik benoem de celkern, het celmembraan en cytoplasma en leg de functie van elk onderdeel uit.
  • Ik noem voorbeelden van organen bij dieren en mensen en beschrijf de bouw en functie in verschillende orgaanstelsels.
  • Ik leg uit dat organismen ingedeeld worden in planten, dieren, schimmels en bacteriën (de vier rijken) en beschrijf de verschillen hiertussen.




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Van klein naar groot
  1. Molecuul = Stoffen waaruit alles is opgebouwd. 
  2. Cel = Bouwsteen van elk organisme. 

  3. Weefsel = Groep cellen met dezelfde taak. 

  4. Orgaan = Deel van een organisme met een eigen taak. 

  5. Orgaanstelsel = Groep organen die samenwerken om een bepaalde taak uit te voeren. 

  6. Organisme = Een levend wezen.




     

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

4 rijken
Organismen kun je verdelen in vier verschillende groepen (rijken).

Dit hangt af van de opbouw van de cellen. 

Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de cellen.





Slide 11 - Tekstslide

Celonderdelen en functies

Celmembraan: Beschermt de cel en zorgt voor de uitwisseling van stoffen.


Cytoplasma: De stroperige vloeistof in de cel.

Celkern: Regelt alles in de cel; hier ligt het DNA van de cel.

Dierlijke cel

Slide 12 - Tekstslide

Transport

Actief: stoffen gaan van lage concentratie naar hoge concentratie --> kost energie.




Passief: stoffen gaan van hoge concentratie naar lage concentratie --> kost GEEN energie. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Organen

Orgaan = Deel van een organisme met een eigen taak. 


Een orgaan bestaat uit meerdere weefsels die samenwerken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide