De geschiedenis van het verdedigen

De geschiedenis van het verdedigen

De geschiedenis van het verdedigen

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Geo FutureMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De geschiedenis van het verdedigen

De geschiedenis van het verdedigen

Slide 1 - Tekstslide

Verdedigen
Deze module gaat over waterlinies. Je leert er hoe waterlinies werkten en hoe ze in de toekomst zichtbaar kunnen blijven in het landschap. 

Om te begrijpen hoe we in Nederland tot waterlinies kwamen, vertellen we hier het verhaal van verdedigen door de eeuwen heen.

Slide 2 - Tekstslide

De Romeinen
Rond 54 v. Chr. kwamen de Romeinen in Nederland. Hun legeraanvoerder Julius Ceasar (van wiens naam later het woord 'keizer' werd afgeleid) overwon de stammen die in het huidige België en Zuid-Nederland leefden. Zijn opvolger Augustus stuurde de Romeinse legioenen over de Rijn. Dit ging echter helemaal mis in 14. n. Chr. toen de Germanen drie Romeinse legioenen uitschakelden. De Romeinen trokken zich terug achter de Rijn en bouwden daar een verdedigingslinie.

Slide 3 - Tekstslide

De limes was de grens van het Romeinse Rijk

Slide 4 - Tekstslide

Langs de Limes lagen castella (forten of kastelen) en castra (legerkampen)
De Romeinen bouwden castella maar zagen de Limes niet echt als een verdedigingslinie. Als er vijanden waren stuurden de Romeinen doorgaans één of meer legioenen op hen af.

De castella werden op strategische plekken gebouwd. Eerst van hout, later van steen. Rondom de castella ontstonden nederzettingen. Nijmegen, Utrecht en Maastricht hebben een Romeinse oorsprong.
Brittenbrug
De Brittenburg was de meeste westelijke vesting langs de Limes. Tegenwoordig is dit in de golven verdwenen
Trajectum
Rond het jaar 50 n. Chr. bouwden de Romeinen hier het fot Trajectum. Ook na de Romeinse tijd bleef dit fort de basis van de stad Utrecht. De Domtoren en de Domkerk werden in het fort gebouwd. Onder het Domplein zijn de resten van het Romeinse fort nog zichtbaar.
Noviomagus
In Noviomagus (Nijmegen) stond een Romeins legerkamp. Na de opstan d van de Bataven in 69 n. Chr. werd hier het beroemde Tiende Legioen gevestigd. Het legerkamp trok bedrijvigheid aan en zo ontstond er een nederzetting van vier- à vijfduizend inwoners. 
Mosa Trajectum
ontstond op een plek waar een Romeinse weg de Maas kruistte. Hier kon de Maas worden overgestoken. Maastricht was een kleine plaats die wat van de Limes af lag. In de laat-Romeinse tijd werd de brug beschermd met een castellum

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

De vroege Middeleeuwen 500-1000 n. Chr.
Na het ineenstorten van het Romeinse Rijk brak een chaotische periode aan. Verdedigen was een noodzaak, vooral tijdens de aanvallen van de Vikingen.

Slide 7 - Tekstslide

Ringwalburcht
Om zich te kunnen verdedigen tegen vijanden als de Vikingen bouwde men ronde wallen met een gracht. Binnen die wallen kon men zich tijdelijk terugtrekken. Op de Grebbeberg bij Rhenen en bij Doorwerth (Duno) liggen zulke burchten.

Slide 8 - Tekstslide

Mottekasteel
Rijke mensen (ridders) gingen in de loop van de Middeleeuwen hun eigen huis beschermen. Er werd dan een heuvel gemaakt, een motte. Op die heuvel werd een houten woontoren gebouwd, het mottekasteel. Vaak werd nog een rij puntige palen gebruikt, een palissade.

Slide 9 - Tekstslide

Het mottekasteel
Een mottekasteel  had soms een
voorburcht, waar ook een palissade 
omheen stond.

Slide 10 - Tekstslide

Toen er ook steen gebruikt werd ontstonden er ronde burchten, zoals de burcht in Leiden.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Donjon
De mottekastelen waren van hout. Later in de middeleeuwen ging men het duurdere, maar stevigere steen gebruiken. Zo onstond een stenen woontoren of donjon. Dit is kasteel Walenburg in de provinicie Utrecht.   
muren
De muren van een donjon waren vaak erg dik, soms wel twee of drie meter. 
nauwelijks ramen
Een donjon had nauwelijks ramen. Vaak waren er alleen schietgaten. Erg geriefelijk was zo'n toren niet, maar het was wel goed te verdedigen.
Bakstenen
De Romeinen bakten al stenen. Met de ondergang van het Romeinse rijk verdween ook het bakken van stenen. Dit werd pas in de twaalfde eeuw weer gegaan. Veengebieden zoals bij Veenendaal leverde turf die als brandstof werd gebruikt om stenen te bakken.

Slide 13 - Tekstslide

waterburcht
De donjon kon gecombineerd worden met een ringmuur. Als er dan ook nog een gracht werd aangelegd ontstond er een waterburcht. Een voorbeeld daarvan is de ruïne van Slot Teylingen bij Lisse.

Slide 14 - Tekstslide

Meerdere woontorens
In plaats van één woontoren, konden er ook meer woontorens tegen elkaar aan gebouwd worden, zoals bij Slot Loevestein is gebeurd.

Slide 15 - Tekstslide

Waterburcht
In de loop van de Middeleeuwen werd het verdedigen van een kasteel steeds verder geperfectioneerd.  Bij oudere kastelen kon de vijand eenmaal onder aan de poort of muur nauwelijks nog belaagd worden. Daarom bouwde men vanaf de 13e eeuw ronde uitstekende torens. Vanuit die torens kon in alle richtingen geschoten worden op vijanden. Zo'n vierkant kasteel met ronde uitstekende torens is kasteel Helmond.

Slide 16 - Tekstslide

Plattegrond van een waterburcht (kasteel Ammersoyen)
A
Oorspronkelijke donjon met extra dikke muren
B
Uitstekend poortgebouw. Van boven konden er stenen of hete olie gegooid worden op vijanden die onder aan de poort stonden.
C
De ronde torens steken uit. Via schietgaten kon allerlei kanten op geschoten worden, bijvoorbeeld naar vijanden bij de poort
D
Binnenplaats
F
In het achterste deel van het kasteel bevinden zich de zalen.
E
In de muur zijn brede vensterbanken gemaakt waar meerdere personen kunnen zitten.

Slide 17 - Tekstslide

Naar het voorbeeld van de kastelen gingen in de loop van de Middeleeuwen ook steden een muur bouwen met stadspoorten om zich te beschermen. Hierboven zie je de Koppelpoort in Amersfoort. Op de volgende dia zie je Den Bosch.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het kanon
In China was al in  de 10e eeuw n. Chr. buskruit uitgevonden. Er waren ook kanonnen gemaakt, al deden de Chinezen daar weinig mee. In Europa werden de kanonnen vanaf de 14e eeuw gebruikt. Muren konden voortaan met kanonnen kapotgeschoten worden.

Slide 20 - Tekstslide

Het antwoord op de introductie van het kanon was de aarden wal. De kanonskogels bleven in de aarden wallen steken. Kastelen en stadsmuren verloren hun functie. Wallen en bastions deden hun intrede.

Slide 21 - Tekstslide

Het beleg van Alkmaar (1573) De Spanjaarden vielen de stad aan. Een aanval gebeurde toen door eerst met kanonnen een bres in de muur te schieten. Daarna stormden piekeniers met lansen naar voor.

Slide 22 - Tekstslide

Beleg van Alkmaar (1573)
Toen de Spanjaarden in 1573 Alkmaar belegerden, werd het land rondom de stad onder water gezet. Het beleg moest worden opgeheven. Het was een keerpunt in de strijd tegen de Spanjaarden. Vanaf toen waren de Staatse (=Nederlandse) troepen in de aanval en werden de Spanjaarden in de verdediging gedwongen. En het was duidelijk dat het water een handige bondgenoot kon zijn tegen vijanden.

Slide 23 - Tekstslide

Het beleg van Den Bosch (1629)
Nadat Piet Heijn de zilvervloot had veroverd, was er geld om een groot project op te pakken: de verovering van Den Bosch op de Spanjaarden. Tijdens het beleg trok een Spaans leger over de Veluwe richting Holland om de Staatse troepen bij Den Bosch weg te lokken. Er werd een grote strook land onder water gezet en de Spanjaarden werden tegengehouden. Den Bosch werd veroverd en weldra volgden de rest van Noord-Brabant en Limburg.

Slide 24 - Tekstslide

Een waterlinie
In 1672 werd Nederland aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen. Het Franse leger bezette Gelderland en Utrecht. In allerijl werd een strook land tussen de Rijn en de Zuiderzee onder water gezet. De Fransen werden tegengehouden. Toen het ging vriezen trokken de eerste Fransen over de bevroren waterlinie. De dooi viel net op tijd in om de aanval af te slaan. De waterlinie bleek een uiterst effectieve vorm van verdediging, al waren boeren er bepaald niet blij mee als hun land onder water werd gezet.

Slide 25 - Tekstslide

In de daarop volgende eeuwen werden meerdere waterlinies aangelegd

Slide 26 - Tekstslide

De Franse tijd
De waterlinies waren berucht in het buitenland. De 'vesting Holland' gold als vrijwel onneembaar. Toch lukte het de Fransen om in 1794-1795 Nederland te veroveren. De winter was zo koud dat de rivieren bevroren waren. De Franse troepen van generaal Pichegru konden zonder al te veel tegenstand Nederland binnen trekken. De tijd van Napoleon brak aan en Nederland zou tot 1815 onder Frans bestuur blijven.

Slide 27 - Tekstslide

Een waterlinie
Een waterlinie beschermde niet meer een enkele woning (kasteel) of een stad (ommuurde stad) maar een groot gebied. Dit vroeg veel organisatie. Een systeem van dijken en sluizen werd aangelegd om een laaggelegen gebied onder water te zetten (inundatie). In de waterlinie werden forten en vestingsteden opgenomen. Deze werden een paar keer gemoderniseerd omdat de kanonnen steeds verbeterden. In de volgende dia zie je hoe het in de 19e eeuw werkte.

Slide 28 - Tekstslide

Vestingstad met bastions
Heusden (Noord-Brabant) is een voorbeeld van een plaats  die werd opgenomen in de waterlinie (de Zuiderwaterlinie). Er werden aarden wallen om de stad gelegd. De uitstekende vijfhoekige delen heten bastions. Met kanonnen kon vanuit daar de vijand in alle richtingen worden bestookt. Ind e volgende dia zie je een filmpje van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de 19e eeuw.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

De Grebbelinie
Eén van de waterlinies die werd aangelegd, is de Grebbelinie. Al in de tachtjarige oorlog had het leger van Maurits, de zoon van Willem van Oranje, plannen om daar een linie te maken. Deze kon gebruik maken van de laagte in het landschap tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. De stuwwallen en de laagte, de Gelderse Vallei, zijn ontstaan toen in de voorlaatste ijstijd toen een gletsjer door de Gelderse Vallei stroomde en de randen opstuwde.

Slide 31 - Tekstslide

De Grebbelinie
Via de Grebbesluis onder aan de Grebbeberg bij Rhenen kon Rijnwater ingelaten worden. In het noorden kon water vanuit de Zuiderzee ingelaten worden. Het water in een waterlinie moest niet te hoog komen staan, want dan kon de vijand schepen gebruiken. Het water moest ook niet te laag staan, want dan kon de vijand er doorheen lopen. Ongeveer 80 cm bleek een goede waterhoogte te zijn. De vijand kon daar onmogelijk met kanonnen en later met tanks doorheen trekken.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

De Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Grebbelinie nog eenmaal gebruikt. De komst van het vliegtuig had de waterlinie echter kwetsbaar gemaakt. Duitsland bombardeerde Rotterdam en parachutisten landen achter de waterlinie. De waterlinie was niet langer geschikt als verdediging.

Slide 34 - Tekstslide

De Koude Oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog startte al snel de Koude Oorlog. Er was tientallen jaren lang voortdurend de dreiging dat De Verenigde Staten en de Sovjetunie een nieuwe wereldoorlog zouden beginnen. In Nederland werd de IJssellinie bedacht om bij een mogelijke aanval van de Sovjetunie de vijand tegen te houden. Het was de laatste keer dat een waterlinie werd bedacht. De IJssellinie is nooit gebruikt.

Slide 35 - Tekstslide

De Koude Oorlog
In de Koude Oorlog is Nederland militair gaan samenwerken met andere landen. Eerst om samen op te kunnen tegen de Sovjetunie. Nadat de Sovjetunie in 1991 uit elkaar viel, is de samenwerking blijven bestaan. De samenwerking heet de Noord Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO). De huidige verdediging van Nederland gebeurt met de NAVO ver van huis.

Slide 36 - Tekstslide

De toekomst
Er is ook kritiek op de NAVO. Zo zei de Franse president Macron in november 2019 dat de NAVO 'hersendood' is. Hij wees daarmee op NAVO-partners als de Verenigde Staten en Turkije die niet altijd vanuit het verdedigen denken. In de toekomst komt er misschien wel een Europees leger. Nederland werkt dan net als op vele andere fronten ook militair samen in Europa. Op dit moment leunt Europa echter nog erg op de Verenigde Staten.

Slide 37 - Tekstslide

Waterlinies nu
De waterlinies worden de laatste jaren weer hersteld. Het is 'erfgoed' dat vrijwel uniek is in de wereld. Veel forten hebben tegenwoordig een nieuwe bestemming gekregen: natuurgebied, museum of wijnkelder.

Slide 38 - Tekstslide

Hoe heette de grens van het Romeinse Rijk in onze streken?
A
castellum
B
legioen
C
castra
D
limes

Slide 39 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Motte
B
Castellum
C
Waterburcht
D
Ringwalburcht

Slide 40 - Quizvraag

Uit welke tijd stamt de ringwalburcht?
A
1e eeuw n.Chr
B
10e eeuw n.Chr.
C
15e eeuw n.Chr.
D
19e eeuw n.Chr.

Slide 41 - Quizvraag

Vul in wat er allemaal hoort bij een...
Vierkante waterburcht

Slide 42 - Woordweb

Het voordeel van de ronde torens boven eerdere kastelen was...
A
dat de muren dikker konden zijn
B
dat de constructie steviger was
C
dat het bestand was tegen kanonnen
D
dat in alle richtingen kon worden geschoten

Slide 43 - Quizvraag

Welke stad werd in 1573 ontzet door het omliggende land onder water te zetten?
A
Den Bosch
B
Amsterdam
C
Haarlem
D
Alkmaar

Slide 44 - Quizvraag

Wat hoort er bij waterlinies?
Waterlinies

Slide 45 - Woordweb

In welk jaar werd voor het eerst een waterlinie gebruikt?
A
1629
B
1744
C
1672
D
1794

Slide 46 - Quizvraag

Sleep de omschrijvingen naar het juiste begrip
Sluis
Bastion
Inundatie
Onder water zetten van een gebied
vijfhoekig uitstekend deel van een vesting
Bouwwerk waarmee water in een gebied ingelaten wordt

Slide 47 - Sleepvraag

Verbind de periode met de waterlinie die werd gebruikt
De Koude oorlog
Franse inval 1672
Franse aanval 1747
De Tweede Wereldoorlog
Grebbelinie
Oude Hollandse waterlinie
IJssellinie
Zuiderwaterlinie

Slide 48 - Sleepvraag

Wat was geen kwetsbaarheid van de waterlinies?
A
De vijand kon ook over water aanvallen
B
Er moest genoeg water staan in de Rijn
C
In de winter kon het dichtvriezen
D
Over hoge droge delen kon de vijand aanvallen

Slide 49 - Quizvraag

Wat maakte de waterlinies overbodig?
A
kanonnen
B
onderzeeboten
C
vliegtuigen
D
loopgraven

Slide 50 - Quizvraag

Welk land is geen lid van de NAVO?
A
Nederland
B
Turkije
C
de Verenigde Staten
D
Zweden

Slide 51 - Quizvraag