1.1 Atoommodel GRT

Welkom 4 Havo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ...je telefoon in de telefoontas te doen.
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 Havo!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ...je telefoon in de telefoontas te doen.
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
- Je kunt met behulp van een atoommodel van kern en elektronenwolk de bouw van atomen en ionen beschrijven.
-  Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven en gebruiken om van elementen de atoombouw te beschrijven en chemische eigenschappen voorspellen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Atoombouw en het periodiek systeem

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Atoombouw en het periodiek systeem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw atoombouw
Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?

Atoomnummer
= aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Binas tabel 99 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Atoombouw en het periodiek systeem

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling van een atoom

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektronen in de schillen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombinding = covalente binding
In een molecuultekening geef je de atoombinding of covalente binding weer met een streepje.
Covalente binding

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombinding = covalente binding
Atoombinding, ook wel een covalente binding

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombinding = covalente binding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombinding = covalente binding
Wat was ook alweer een covalente binding?  (of atoombinding)

De covalente binding is de binding die atomen
in een molecuul bij elkaar houdt.

Dat is dus een binding in moleculen







Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombinding = covalente binding

Slide 13 - Tekstslide

Bij de niet-metalen, gaan de atomen elektronen 'delen'.

De elektronen worden dan onderdeel beide atomen. We noemen dit een covalente binding. 
Elektronen in de schillen
EzEE
Ezelsbruggetje:
H    1
O    2
N    3
C    4
Zie ook het periodieksysteem in BINAS

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoommodel van Bohr
= valentie-elektronen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulbouw: covalentie
Hoeveel atoombindingen een atoom maakt, hangt af van hoeveel valentie-elektronen het heeft.
covalentie:
hoeveel atoombindingen een atoom maakt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Isotopen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Isotopen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notatie isotopen
Bij isotopen is het belangrijk om aan te geven welk isotoop wordt gebruikt. Zo wordt dat aangegeven: 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulmassa berekenen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulmassa berekenen
Hoe bereken je de molecuulmassa van;
- NH3
- C12H22O11
- C2H6O


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak 1.1 opdr. 1 t/m 9 (p. 21-23)

Klaar met alle opdrachten? --> 
Nakijken met een nakijkmodel. Controleer goed de atoommodellen van Bohr die je hebt getekend! Hoeveel elektronen in elke schil?




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check!
- Je kunt met behulp van een atoommodel van kern en elektronenwolk de bouw van atomen en ionen beschrijven.
-  Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven en gebruiken om van elementen de atoombouw te beschrijven en chemische eigenschappen voorspellen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 18 in het periodiek systeem zijn de ...
A
Halogenen
B
Alkalimetalen
C
Aardalkalimetalen
D
Edelgassen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De perioden in het periodiek systeem..
A
staan horizontaal
B
staan verticaal
C
zijn chemisch vergelijkbaar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groepen in het periodiek systeem..
A
staan horizontaal
B
staan verticaal
C
zijn chemisch vergelijkbaar
D
hebben een oplopend atoomnummer

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Metaalatomen zijn in het periodiek systeem te vinden aan de ...
A
linkerkant
B
rechterkant

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 2 van het periodiek systeem zijn de:
A
Alkalimetalen
B
Halogenen
C
Edelgassen
D
Aardalkalimetalen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het atoommodel met schillen is bedacht door...
A
Dalton
B
Rutherford
C
Johnson
D
Bohr

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk plaatje laat het atoommodel van Bohr zien?
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aantal protonen...
A
is gelijk aan de atoommassa
B
is gelijk aan het atoomnummer
C
bereken je door atoommassa-atoomnummer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protonen zijn bouwsteentjes van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?
A
In de kern, negatieve lading
B
in de kern, positieve lading
C
in de wolk, negatieve lading
D
in de kern, geen lading

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
23
C
12
D
34

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel protonen heeft Au
A
197
B
118
C
79
D
97

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elektronen bevinden zich in...
A
Engeland
B
de atoomkern
C
een wolk rondom de kern
D
In een bakje

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel elektronen heeft een koperatoom ?
A
29
B
63
C
34

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de lading van een elektron?
A
0
B
1-
C
1+
D
2+

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn valentie-elektronen?
A
Een elektron dat overspringt naar ander atoom
B
Een negatief geladen deeltje
C
Elektronen in de buitenste schil

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de lading van het neutron?
A
Neutraal
B
Positief
C
Negatief

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel neutronen heeft dit isotoop?
A
3
B
7
C
10
D
4

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoomnummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel valentie-elektronen
heeft een zuurstofatoom?
A
1
B
0
C
6
D
8

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel valentie-elektronen heeft stikstof?
A
2
B
5
C
7
D
14

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel valentie-elektronen heeft dit atoom?
A
1
B
3
C
7
D
2

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De molecuulmassa van NH4NO3 is;
A
80 u
B
66 u
C
48 u
D
94 u

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies