Module Participatie: Instructie geven

Les: Instructie geven
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les: Instructie geven

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Leerdoelen
  • Theorie
  • Opdracht





Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Toepassingsdoel:
Je laat zien hoe je verschillende instructies inzet 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dat eigenlijk? Instructie geven?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Opdracht 1a
Zoek een blaadje en vouw een papieren boot. 

Hiervoor heb je 5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1b Vergelijken
  • Zijn alle bootjes in dezelfde volgorde gevouwen?
  • Hoe kan het dat niet alle bootjes gelijk zijn?


Slide 7 - Tekstslide

Waarom zijn de bootjes allemaal anders?

Slide 8 - Woordweb

Een instructie
  • De bootjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een bootje moet vouwen. Je noemt  deze uitleg een instructie.

  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft/ vertelt. 

Slide 9 - Tekstslide

Een instructie geven
Wanneer je een intstructie gaat geven is het belangrijk om te bedenken in welke volgorde je de informatie zet.

  • Wie is de client en welk ziektebeeld heeft hij?
  • Met welke informatie begin je?
  • Welke informatie geef je daarna?
  • Met welke informatie eindig je?

Slide 10 - Tekstslide

Instructies geven
Regelmatig moet je als beroepskracht maatschappelijke zorg je cliënt(en) instructies geven, bijvoorbeeld over de aanpak van een activiteit of hoe een bepaald apparaat of een bepaalde instantie werkt. Jouw instructie moet je eerst inleiden bij de cliënt. 

Slide 11 - Tekstslide

Dat kan in drie stappen:
  1. Samenvatten waar de nieuwe kennis over gaat.
  2. Voorkennis van de cliënt peilen.
  3. Eventuele bijkomende uitleg geven, als die voorkennis er niet blijkt te zijn.


Slide 12 - Tekstslide

Opbouw instructie
  • Geef in het kort aan wat het doel is: waar wil je naartoe, of wat wil je met de instructie bereiken?
  • Presenteer nieuwe gegevens in kleine stappen.
  • Werk de concrete voorbeelden in je instructie uit.
  • Zorg dat je taalgebruik aansluit bij het taalniveau van je cliënt en spreek duidelijk en helder.
  • Controleer telkens of je cliënt begrijpt wat je vertelt (laat de cliënt samenvatten wat jullie hebben besproken).
  • Blijf dicht bij de kern van wat je wilt overbrengen, al is de verleiding nog zo groot om uit te weiden.
  • Vat tussentijds en op het eind de hoofdlijnen van de instructie samen.







Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beginsituatie, wat is dat?

Slide 15 - Woordweb

Beginsituatie
Wat weet je al en waar wil je uitleg over?

Slide 16 - Tekstslide

Doelstelling
Kort en helder een doelstelling vaststellen

Slide 17 - Tekstslide

Kerninstructie

Wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf even uitzoeken en hoe geef ik mijn instructie zo dat hij ook op andere vragen antwoord kan hebben?

Slide 18 - Tekstslide

Voordoen, samen doen, nadoen

Slide 19 - Tekstslide

Instructiemateriaal
Maak als het nodig is instructiemateriaal en oefenmateriaal waarmee de cliënt kan experimenteren.

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
Heb je je doel bereikt en zijn je instructies helder geweest?

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Maak een instructieplan voor 1 client. Zoek een maatje en kies de client.
Op internet kun je zoeken naar instructie geven aan client om je op weg te helpen

Slide 22 - Tekstslide