Paragraaf 3.4 - Zonder werk?

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

  • Begrippen H3 (5 min)
  • start H3.4 - uitleg via Video. (15 min.)
  • Aan het werk (20 min.)
  • Een CV maken.

Slide 2 - Tekstslide

In deze les leer je:
maak je kennis met de begrippen uit H3
wanneer je werkloos bent
wat het UWV voor je doet als je werkloos bent.
dat er een opzegtermijn aan ontslag zit
wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen kunnen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen
Schrijf de 6 dikgedrukte begrippen over in je schrift en schrijf de betekenis er achter:
werkloos, ontslag, opzegtermijn, UWV, lijndiagram,
technologische ontwikkeling.


Dit doe je voor jezelf en stil!
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

§ 3.4 zonder werk.


Slide 5 - Tekstslide

Wanneer ben je werkloos?

Slide 6 - Open vraag

Waardoor ontstaat werkloosheid?

Slide 7 - Open vraag

Kijk de video 3.4
De video duurt 3 minuten.

Kijk en luister aandachtig mee.

Slide 8 - Tekstslide

Ontslag
Met ontslag wordt je arbeidsovereenkomst beëindigd. Je kunt ontslag krijgen. Maar je kunt ook zelf ontslag nemen.
Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. Er moet tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.

Slide 9 - Tekstslide

UWV
Als je werkloos bent, krijg je vaak te maken met het UWV.
Je moet je dan inschrijven bij het UWV.

De taken van het UWV zijn:
  • bekijken of je recht hebt op een werkloosheidsuitkering
  • helpen bij het vinden van een nieuwe baan.

Slide 10 - Tekstslide

Banen en technologie
Er komen steeds weer nieuwe producten. Bedrijven veranderen telkens weer de manier van produceren.

Dit is allebei mogelijk door technologische ontwikkelingen. Daarmee wordt bedoeld: nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.


Het werk kan hierdoor veranderen, omdat bijvoorbeeld robots het werk overnemen. Of er komen nieuwe beroepen zoals webdesigners en app-ontwikkelaars.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maak van H3.4

Maak: 42/43/44/45/46/47/49/50/51/54/55/56


Ready? Timer nog niet afgelopen:
  • werk door: maak plusopdrachten
  • Maak de opdrachten van 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan het einde van deze les kun je...

...uitleggen waarom een goede cv belangrijk is;

...je eigen cv maken 
CV maken
ik ben goed in: slapen en ....?

Slide 15 - Tekstslide

Bij een goede sollicitatiebrief hoort ook een goed cv.
Je cv moet, net als je brief, aandacht trekken.


Slide 16 - Tekstslide

Curriculum vitae
= levensloop.

In je cv staan opleidingen, werkervaring, vaardigheden en andere belangrijke kwaliteiten.

Je cv wordt bij een sollicitatie ondersteund door een brief.

Slide 17 - Tekstslide

Curriculum vitae
Jouw cv is een visitekaartje.

* bepaalt de eerste indruk
* wordt als eerste gelezen
* selectie op basis van cv

Dus een goed cv:
- heeft een mooie lay-out;
- is overzichtelijk;
- geeft een duidelijk beeld van jou.

Slide 18 - Tekstslide

Dit zijn de onderwerpen
in leerjaar 2

Slide 19 - Tekstslide

Hobby's
Welke hobby's en interesses heb jij?

Welke dingen wil je benoemen / benadrukken in je cv?

Voorbeelden zijn:
- hardlopen
- korfbal
- tekenen / schilderen
- oorlogsfilms kijken
- huisdieren verzorgen
- lezen
- etc.
- etc.

Slide 20 - Tekstslide

Favo



Benoem minstens 3 favo's zoals:  favo eten, kleur, dier, vakantie, enz.

Benoem favo schoolvak

Benoem favo sector 

(Benoem favo vervolgopleiding) 

Slide 21 - Tekstslide

Hier ben ik goed in!
Welke  vaardigheden heb jij? Waar ben je goed in.

Welke dingen wil jij benoemen  in jouw cv?


Benoem je beste schoolvak (dat hoeft niet je favo te zijn).

Moeilijk? Vraag je ouders, broer of zus, vriend, om hulp. 
Zij kunnen jou prima helpen!




Slide 22 - Tekstslide

Ervaring

Welke ervaring heb jij?
Welke dingen wil je benoemen / benadrukken in je cv?

Voorbeelden zijn:
- een oppasbaantje bij de buren
- het hebben van een krantenwijk
- danslessen geven aan basisschoolkinderen
- training geven op de voetbalclub 
- scheidsrechter zijn in het weekend
- sleutelen aan fietsen / brommers
- helpen met het huishouden (koken, schoonmaken)
- etc.

Slide 23 - Tekstslide

2 woorden!


Benoem in ieder geval 2 dingen die jou goed  omschrijven. Zoals: sportief
samenwerken


Zet die ergens "los" op je cv dat het goed opvalt.  
Zie voorbeeld cv.


Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden:

Slide 25 - Tekstslide

voorbeeld 1
voorbeeld 2

Slide 26 - Tekstslide

voorbeeld 3
voorbeeld 4

Slide 27 - Tekstslide

voorbeeld 5
voorbeeld 6

Slide 28 - Tekstslide

OPDRACHT
Zoek in Word een template voor een cv die bij jou past.

Je mag ook zelf een cv in een Word-bestand opstellen of via een andere app die jij handig vindt.



Slide 29 - Tekstslide

OPDRACHT
Zet de volgende dingen in je cv:
- persoonlijke gegevens
- ervaring (werk, stages e.d.)
- hobby's
- skills
-favo's
- 2 woorden die jou omschrijven


Kernkwaliteiten:
wat kan jij goed?
Referentie:
Persoon die gebeld mag worden en informatie over jou mag geven.

Slide 30 - Tekstslide