In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 160 min
Onderdelen in deze les
H7 Veroveraars en bestuurders van een grootrijk
VRAAG 2
Hoe werd de stadstaat Rome bestuurd?
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 8
Ga na wie in Rome privémacht uitoefende
LWB p.118-120
Slide 2 - Tekstslide
D12 Gaius vertelt
Luister naar het fragment (lees mee op p.118) en vul het schema aan op p.119:
a) vul de familieleden aan.
c) Vul de functies aan.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 8d In de Romeinse samenleving was er gelijkheid tussen man en vrouw.
Fout, de man besliste alles in het huishouden
A
juist
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Opdracht 8d Eenmaal volwassen was een Romeinse man volledig zelfstandig.
Fout, iedereen bleef onder het toezicht van de pater familias.
A
juist
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht 8d De pater familias was binnen de familie een alleenheerser
A
juist
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Opdracht 8e
Rome was een patriarchale samenleving
Het Latijnse woord 'pater' vind je terug in dit begrip.
Betekenis 'pater' = vader
Slide 8 - Tekstslide
In een patriarchale samenleving ligt de macht bij de mannen
A
juist
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
In een patriarchale samenleving hebben vrouwen evenveel inbreng als mannen
A
juist
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
In een patriarchale samenleving wordt de macht binnen een familie overgedragen van vader op zoon.
A
juist
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
D13: De Romeinse naamgeving
Voornaam: keuze uit een korte lijst (Appius, Gaius, Lucius, Marcus, ...) of volgnummer kind (Quintus, Sextus,...)
Gensnaam (gens = familae die afstammen van eenzelfde stamvader)
Bijnaam: lichamelijk kenmerk of bijzondere prestatie
Slide 12 - Tekstslide
D14 Gaius vertelt verder
Luister naar het fragment (lees mee op p.120) en vul het schema aan op p.120:
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 9
Ga na wie in Rome publieke macht uitoefende
LWB p.121-124
Slide 15 - Tekstslide
D15: RES PUBLICA
Res Publica = de publieke zaak
= de gemeenschappelijke Romeinse belangen:
oorlog / vrede
het leger
orde bewaren
Slide 16 - Tekstslide
Omschrijf in eigen woorden wat een standenmaatschappij is.
Slide 17 - Open vraag
D16: De Romeinse standenmaatschappij
Slide 18 - Tekstslide
Welke vier standen waren er in de Romeinse maatschappij?
Slide 19 - Open vraag
Welke twee standen behoren tot de groep van de burgers?
A
vreemdelingen en slaven
B
plebejers en vreemdelingen
C
patriciërs en vreemdelingen
D
patriciërs en plebejers
Slide 20 - Quizvraag
9d In de Romeinse samenleving was er ...
A
gelijkheid
B
ongelijkheid
Slide 21 - Quizvraag
BELANGRIJK!
Binnen dezelfde stand waren er ook grote sociale verschillen.
Niet alle patriciërs waren rijk en machtig.
Plebejers konden ook rijk en machtig zijn.
Zelfs tussen slaven bestonden grote verschillen.
Slide 22 - Tekstslide
9g Patriciërs hadden ... publieke macht.
A
geen
B
weinig
C
veel
Slide 23 - Quizvraag
9g Plebejers hadden ... publieke macht.
A
geen
B
weinig
C
veel
Slide 24 - Quizvraag
9g Vreemdelingen hadden ... publieke macht.
A
geen
B
weinig
C
veel
Slide 25 - Quizvraag
9g Slaven hadden ... publieke macht.
A
geen
B
weinig
C
veel
Slide 26 - Quizvraag
Opdracht 10
Ga na hoe de stadstaat Rome werd bestuurd
LWB p.122-125
Slide 27 - Tekstslide
VERGADERINGEN
Senaat
Volksvergadering
Slide 28 - Tekstslide
SENAAT
Wie zit er in de Senaat?
De patres familias van de patriciërfamilies
Ex-magistraten (kunnen ook plebejers zijn)
Hoeveel leden?
Aanvankelijk 300
Later meer dan 600
Termijn (hoe lang zetelt men)?
Voor het leven
TAKEN VAN DE SENAAT
adviezen geven aan magistraten
voorstellen van nieuwe wetten
controle van de rijksfinanciën
controle van de magistraten
RAADGEVENDE MACHT
Slide 29 - Tekstslide
VOLKSVERGADERING
Wie zit er in de Volksvergadering?
Alle burgers (patriciërs + plebejers)
Hoeveel leden?
Duizenden
Termijn (hoe lang zetelt men)?
Voor het leven
TAKEN VAN DE VOLKSVERGADERING
magistraten verkiezen
wetten stemmen
beslissen over oorlog en vrede
WETGEVENDE MACHT
Slide 30 - Tekstslide
MAGISTRATEN
Consuls
Lagere magistraten
Slide 31 - Tekstslide
CONSUL
Wie?
2 verkozen burgers
Hoeveel leden?
2
Termijn (hoe lang zetelt men)?
1 jaar (per periode van 10 jaar)
De twee consuls hebben om beurten 6 maanden de leiding, de andere consul heeft dan vetorecht.
TAKEN VAN DE CONSULS
recht spreken
republiek leiden
leger aanvoeren
voorzitten van Senaat en Volksvergadering
UITVOERENDE EN RECHTERLIJKE MACHT
Slide 32 - Tekstslide
LAGERE MAGISTRATEN
Wie?
verkozen burgers
Termijn (hoe lang zetelt men)?
1 jaar
MOGELIJKE FUNCTIES
quaestor (financiën)
aediel (publieke werken)
praetor (rechtspraak)
lagere functies
UITVOERENDE EN RECHTERLIJKE MACHT
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
SPQR
Senatus Populusque Romanus
(= de Senaat en het Volk van Rome)
Wetten werden in Rome uitgevaardigd in naam van Senaat en Volk
(wetten moesten de Senaat en de Volksvergadering passeren)
Slide 35 - Tekstslide
D19 Schema politieke loopbaan in Rome (met minimumleeftijd)
De magistraten vormden een hiërarchie:
Hoe hoger de positie, hoe meer macht.
Je moest alle ambten doorlopen hebben om consul te kunnen worden.
Slide 36 - Tekstslide
D20 Politieke carrière in Rome
Troeven om als magistraat verkozen te worden:
afkomst (belangrijke en rijke familia)
geslacht (enkel mannen)
omkoperij
populariteit
redenaarstalent (overtuigen met woorden)
rijkdom (verkiezingscampage = duur)
succes in de oorlog (prestige!)
vrijgevigheid (patronus - client!)
Slide 37 - Tekstslide
Politiek was in de eerste eeuwen van de Republiek bijna een monopolie (alleenrecht) van de patriciërs:
Voor plebejers was het moeilijk om carrière te maken: geen goede afkomst, geen militaire successen,...
Plebejers konden enkel in de Senaat zetelen indien ze al magistraat geweest waren. Als pater familias van een patriciërsfamilie zetelde je automatisch.
Slide 38 - Tekstslide
D21 Machtsmisbruik in de republiek vermijden
Rome was eerst een koninkrijk: koningen misbruikten hun macht.
In 509 v.C. werd Rome een republiek: Romeinen wilden machtsmisbruik voorkomen:
Magistraten werden verkozen voor slechts 1 jaar.
Consuls waren altijd met twee
Een consul was maar 6 maanden echt aan de macht, de andere consul had vetorecht.
Je moest 10 jaar wachten om opnieuw consul te kunnen worden.
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
D22 Dictators in de republiek Rome
Indien er oorlogsdreiging was, werd er een dictator aangesteld:
ex-consul
maximaal 6 maanden
alle macht: wetten moesten niet langs Volksvergadering en Senaat passeren om snel te kunnen beslissen
In crisissituaties moest er snel beslist en gehandeld worden.
Slide 41 - Tekstslide
Dictators vandaag
Voorbeelden:
Loekasjenko - Wit Rusland
Kim Jong Un - Noord Korea
Gelijkenis Romeinse en huidige dictators: alle macht in handen
Verschil: huidige dictators blijven langer aan de macht.