Herhaling H5
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Om een stof vlam te laten vatten is een beetje verwarmen altijd genoeg
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Hoe groter de kamer is waarin het vuur brand, hoe langer de brand aan blijft
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Elke stof kan branden als de temperatuur hoog genoeg is.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Maak de reactievergelijking van de volledige verbranding compleet
CH4 + 2
+ 2 H2O
Warmte
O
H2
CO2
O2
CO
Slide 7 - Sleepvraag
Hoe blus je een oliebrander?
A
Koelen met water
B
Brandstof weghalen
C
Afdekken met een katoenen doek
D
Afdekken met een deksel
Slide 8 - Quizvraag
Aan welk verbrandingsproduct herken je een onvolledige verbranding?
A
Koolstofmono-oxide
B
Water
C
Distikstofoxide
D
Koolstofdioxide
Slide 9 - Quizvraag
Alcohol reageerde met zuurstof tot azijnzuur en water. Maak het reactieschema.
+
+
Zuurstof
Waterstof
Alcohol
Azijnzuur
Koolstof
Water
Slide 10 - Sleepvraag
Wat zijn de symbolen van de volgende elementen? nikkel, natrium, neon en stikstof
A
Ne, N2, Ni, S
B
Ni, A, N2 Na
C
Ni, Na, Ne, N
D
Ni, Na, Ne, S
Slide 11 - Quizvraag
De mens veroorzaakt:
A
Zure regen
B
Versterkt broeikaseffect
C
Broeikasgassen
D
Alle drie
Slide 12 - Quizvraag
1) Biobrandstof is gemaakt van plantmateriaal fossiele brandstof niet.
2) Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen dragen allebei bij aan het versterkt broeikaseffect.
2) Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen dragen allebei bij aan het versterkt broeikaseffect.
A
Allebei niet waar
B
1 is waar
C
2 is waar
D
Allebei waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat ging goed?
Slide 14 - Woordweb
Waar nog aan werken?
