221201_AH2C_vzv

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga 5 minuten stil lezen.



timer
5:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga 5 minuten stil lezen.



timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les.... 
.... kun je het zinsdeel voorzetselvoorwerp benoemen
.... en weet je het verschil met de bijwoordelijke bepaling


Slide 2 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp
  • Een voorzetselvoorwerp begint met een voorzetsel;
  • Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden of bijvoeglijk naamwoorden met een vast voorzetsel (luisteren naar, rekenen op, geven om, dol zijn op); 
  • Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Voorbeelden
  • Ik ben niet tevreden met dit resultaat.  --> tevreden zijn met
  • Bianca houdt al meer dan tien jaar van Kevin. --> houden van

Slide 3 - Tekstslide

Is het zinsdeel een VZV of BWB?
-> figuurlijke betekenis, dan is het een voorzetselvoorwerp 
-> letterlijke betekenis, dan is het een bijwoordelijke bepaling 


  

1. Ik / reken / op lekker weer.
2. Ik / reken / die som / uit / op mijn rekenmachine.
3. Ik / wacht / op de trein.
4. Ik / wacht / op het perron.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg:vzv
Kijk mee naar het filmpje met uitleg.

Aan het eind volgen een paar vragen, let dus goed op.




Slide 5 - Tekstslide

Wat is het voorzetselvoorwerp in de volgende zin?

Ik waarschuwde haar voor de gevolgen.
A
haar
B
voor
C
voor de gevolgen
D
er zit geen voorzetselvoorwerp in.

Slide 6 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?

Wij vertrouwen op uw medewerking.
A
Op uw medewerking = vzv
B
Op uw medewerking = bwb

Slide 7 - Quizvraag

Wij voetbalden vroeger altijd op straat.
A
op straat= vzv
B
op straat = bwb

Slide 8 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: 
-lees H2 theorie, blz. 58  
-maak opdracht 2 t/m 4, blz. 59.
Hoe:in je schrift
Hoe lang:10 minuten
Klaar? lezen in je boek.

> Dit is ook het huiswerk.

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiten - volgende week

  • H2 en 3 
  • werken aan/voor presentatie

Huiswerk: 
  • H2 opdracht 2 t/m 4 blz. 59.

Slide 10 - Tekstslide