K.1 Wörterliste A & B

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

gebruiken

er is / 

er zijn

populair

geliefd

ieder jaar

maar

aber

beliebt

es gibt

benutzen

jedes Jahr

Welke Duitse woordjes
ken je al?

Vertaal:
in den Urlaub fahren

Hauptstadt =

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

De tegenstelling van alt =

Land =

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

ik heet

werken

de vakantie

rijden

het eiland

die Insel

die Ferien

arbeiten

ich heiße

fahren

Vertaal:
in der Nähe

De tegenstelling van schlecht =

Satz =

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

De tegenstelling van richtig =

luisteren

aanvinken

kijken

lopen /

gaan

gekleurd

bunt

gucken

ankreuzen

hören

gehen

Grenze =

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

Noteer wat voor jou een goede manier is om woordjes te leren?

.... heißt du?

..... Telefonnummer hast du?

.... bleibst du nicht?

....ist er gekommen?

..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann