VESA Markt en overheid 4.6 t/m 4.14

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2025-2026
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2025-2026

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Leerdoelen
  • Theorie
  • Leerdoelen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Minimumprijzen beschermen ..(1).. en de maximumprijzen beschermen ..(2)..
A
1= de consumenten 2= de producenten
B
1= de producenten 2= de consumenten

Slide 3 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
Voordelen en nadelen noemen van een cao ten opzichte van een individuele arbeidsovereenkomst voor werkgevers en werknemers. 
Belang van de organisatiegraad uitleggen voor werknemers. 
De invloed van arbeidsmarktsituaties uitleggen op het resultaat op de arbeidsmarkt. 
Analyseren welke rol collectieve dwang en zelfbinding spelen bij het collectief overleg over arbeidsvoorwaarden. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat vind jij van het minimumjeugdloon?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Link

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen

Slide 9 - Sleepvraag

Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid

Slide 10 - Quizvraag

Van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt.
Ruime arbeidsmarkt
  • Aanbod van arbeid is groter dan de vraag. 

Krappe arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod. 

Slide 11 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsmarktflexibiliteit
In theorie
  • Arbeidsmarkt is een markt van volkomen concurrentie. 
Praktijk
  • Arbeidsmarkt is NIET flexibel
- Arbeid is niet homogeen maar heterogeen (ervaring, diploma's).
- Wetgeving over bijvoorbeeld ontslagbescherming
- CAO
- Minimumloon

Slide 13 - Tekstslide

Noem voorbeelden van flexwerkers.

Slide 14 - Open vraag

Nadelen flexibel werk
  • Meer onzekerheid over je werkuren en inkomen. 
  • Onzekerheid over ontslag.
  • Geen recht op een uitkering bij ziekte of werkloosheid. 
  • Geen of weinig pensioen.
  • Zwakkere onderhandelingspositie.
  • Baanzekerheid is lager.  

Slide 15 - Tekstslide

Vakbond
= een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers
Als werknemer kun je lid worden van de vakbond.
Voor elke bedrijfstak/beroepsgroep bestaat een vakbond
alle vakbonden samen = de vakbeweging

Slide 16 - Tekstslide

CAO

  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
  • Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
  • Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
  • Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Slide 17 - Tekstslide

4.6 Leg uit dat de heterogeniteit van de productiefactor arbeid ervoor zorgt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van vacatures en werkloosheid.

Slide 18 - Open vraag

Aan het werk
Maken 4.7 t/m 4.14
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?

4.7 bespreken
Lukt 4.8?

Slide 19 - Tekstslide