HERHALING WWG/NWG

NWG of WWG?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NWG of WWG?

Slide 1 - Tekstslide


Die blauwe plek lijkt erg groot.
A
nwg
B
wwg

Slide 2 - Quizvraag

De broeken schijnen goedkoper te worden.
A
wwg
B
nwg

Slide 3 - Quizvraag

Je lijkt wel een vogelverschrikker met dat haar.
A
nwg
B
wwg

Slide 4 - Quizvraag

Ik ga met de fiets naar mijn werk.
A
nwg
B
wwg

Slide 5 - Quizvraag

De bruiloft is gezellig.
A
nwg
B
wwg

Slide 6 - Quizvraag

De volleyballers lijken ontroostbaar.
A
wwg
B
nwg

Slide 7 - Quizvraag

Het antwoord op de vraag blijkt lastig.
A
NWG
B
WWG

Slide 8 - Quizvraag

Irene heeft haar buurvrouw gisteren gezien.
A
NWG
B
WWG

Slide 9 - Quizvraag

Ik word enthousiast van al die leuke vakantieplannen.
A
wwg
B
nwg

Slide 10 - Quizvraag


Mijn vader is vorige week 48 jaar geworden.
A
wwg
B
nwg

Slide 11 - Quizvraag

Ik was me elke ochtend.
A
NWG
B
WWG

Slide 12 - Quizvraag

Ze zijn weg gegaan.
A
wwg
B
nwg

Slide 13 - Quizvraag

Henk studeert voor dokter.
A
NWG
B
WWG

Slide 14 - Quizvraag

Het is een prachtig beest.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quizvraag

De fiets is snel gerepareerd.
A
wwg
B
nwg

Slide 16 - Quizvraag

Pieter was aan het slapen in de auto.
A
WWG
B
NWG

Slide 17 - Quizvraag