PORTRET TEKENEN

PORTRET TEKENEN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

PORTRET TEKENEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

  • IEDEREEN IS STIL

  • GA ZITTEN OP JE PLEK

  • MAAK JE HANDEN LEEG

  • KIJK EN LUISTER NAAR DE  DOCENT

Slide 3 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

GOED 
BEZIG! 

Slide 5 - Tekstslide

Wat lever je in?
3 Tekeningen
1: Basis gezichtsvorm met juiste verhoudingen.
2: Monden, neuzen, ogen met wenkbrauwen en oren (oefen 
     tekeningen.
3: Eindwerk op A3: Plastisch portret, mooi afgewerkt en in licht-
     donker contrast.

Slide 6 - Tekstslide

BEELDBEGRIPPEN  
  • Symmetrisch:
  • Asymmetrisch:
  • Verhoudingen:
  • Plat:
  • Plastisch:
  • En face portret:
  • En profil portret:
  • Trois quart portret:

  • Wat is arceren?
  • Wat is pointilleren?

Slide 7 - Tekstslide

Beeldbegrippen
- Symmetrisch: twee gelijke helften
- Asymmetrisch: twee ongelijke helften
- Verhoudingen: proporties, onderling maten/ verband
- Plat: contouren en egale vlakken
- Plastisch: ruimtelijk door schaduwen, licht-donker
- En face: voorkant
- En profil: van de zijkant
- Trois quart: driekwart

Slide 8 - Tekstslide

  • Verhoudingen
  • Symmetrisch
  • Asymmetrisch
  • Plastisch vs. plat (hardheden potloden)
  • Arceren
  • En face: voorkant
  • En profil: van de zijkant
  • Trois quart: driekwart

Slide 9 - Tekstslide

Verhoudingen
(symmetrisch)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Plat vs. plastisch

Slide 12 - Tekstslide

Plat vs. plastisch

Slide 13 - Tekstslide

PLat vs. plastisch

Slide 14 - Tekstslide

Arceren

Slide 15 - Tekstslide

En face vs. trois quart vs. en profil

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

VERHOUDINGEN

Ieder gezicht heeft individuele trekken. 
De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat breder. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. 

Een gezicht is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. 
Hoe dit precies zit leer je in de volgende opdrachten. 

Slide 20 - Tekstslide

Voordat we beginnen eerst een klein stukje over verhoudingen.
-De ogen zitten in het midden van het gezicht.
-De neus zit op de helft van de onderste helft van het gezicht.
-De haarlijn zit op de helft van de bovenste helft van het gezicht.
-De lippen zitten onder de neus, net een beetje boven het midden.

Slide 21 - Tekstslide

Oefening verhoudingen in gezicht 


Gebruik geodriehoek of liniaal (A4 papier)

1. Teken eerst een verticale lijn, voor hoe hoog je het hoofd wil maken.
2: Teken een ei vorm: De basis van je gezicht. Wat breder van boven en smaller van onder.
4: Deel het ei door de helft, door precies in het midden, een verticale streep te tekenen.
5: Teken ook een horizontale streep precies in het midden.
6: Deel de onderste helft van het gezicht ook weer in twee gelijke helften.

Slide 22 - Tekstslide


7. Op de horizontale lijn teken je, met schetslijntjes, de vorm van de ogen. Let op dat er tussen de twee ogen ruimte is voor één oog, en dat er links en rechts een klein beetje ruimte over is.

8. Teken dan de basisvorm van de neus in een driehoek. De neus deelt het stuk onder de ogen weer in tweeën. 

9. Daaronder de lippen, die komen in de lege ruimte onder de neus, en dan net boven het midden. Op één achtste, dus. De mond is wat breder dan de neus.
 
10. Dan teken je de oren links en rechts, tussen de ogen en de onderkant van de neus.

11. De nek is best breed, dus teken deze niet te smal, net voorbij de oren naar beneden. Schouders zijn, ook al ben je niet zo gespierd, best breed in vergelijking met je hoofd, dus teken ze breed genoeg.   

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

OPDRACHT 2: Ogen, neuzen, monden, wenkbrauwen en oren oefenen.
Teken verschillende vormen
Lachend triest, klein groot etc. Oefen ook met schaduw en licht.

5 Ogen met wenkbrauwen
5 Neuzen
5 Monden
3 Oren

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 3: En face portret op A3 papier: plastisch
Het tekenen van een portret in de juiste verhoudingen, waarin je licht- en schaduwwerking toepast. 

Slide 26 - Tekstslide

OPDRACHT 3:  
​1:  Kies 1 van de portretten uit.  De docent print ze uit.  
2: Pak een A3 tekenvel en maak eerst een lichte schets van de omtrek.
3: Bepaal waar ogen, oren, neus, mond en haar moeten komen met hulplijnen.
    -Gebruik voor ogen, mond etc. GEEN donkere omtreklijnen, maar werk met     
      schaduwen. SUCCES!


2
3
4
1

Slide 27 - Tekstslide

Werk verder aan je portret. Na het schetsen ga je de schaduwen aanbrengen. Let op de vorm en de tint van de schaduwen.
Werk je portret af. Blijf steeds goed kijken of alle verhoudingen en vormen kloppen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide




Haar is moeilijk om 'echt' te laten lijken. Kijk goed waar het haar het hoofd uit komt.





Bij de wenkbrauwen teken je niet een strakke lijn, maar de haartjes. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Opdracht: half portret

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 1: half zelfportret
1: Laat iemand anders een paar scherpe foto's van je maken ('en face' !).
2: Kies samen met de docent de beste selfie uit en print hem uit op A4. Knip dan netjes door de helft.
3: Plak de linker helft aan de linker kant van je papier (A3) en de andere aan de rechter kant van je papier.
4: Maak de foto's weer compleet door ze af te kenenen.
      De linker foto teken je gewoon af door alleen lijnen te gebruiken (plat) en de rechter maak je   
      plastisch door gebruik te maken van donker/schaduwen en licht. Hiervoor mag verschillende 
      hardheden potlood gebruiken.

Slide 33 - Tekstslide