Quiz - Begeleiding wk 3

Quiz
Begeleiden in de zorg
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz
Begeleiden in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Psychosociale zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Begeleiden bestaat onder meer uit luisteren, motiveren, stimuleren, structuur bieden en voorlichten. Hierbij kun je de verschillende technieken toepassen. Welke?

Slide 3 - Open vraag

Bij begeleiden gaat de verpleegkundige in eerste instantie uit van activerende begeleiding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welke (3) begeleidingsstijlen kun je toepassen om de psychosociale zelfredzaamheid van de zorgvrager te bevorderen

Slide 5 - Open vraag

Begeleiding op cognitief gebied heeft als doel dat de zorgvrager kan herkennen en verwoorden wat zijn beperkingen zijn bij het vervullen van zijn sociale rol en waardoor deze zijn ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Begeleiding op psychomotorisch gebied heeft als doel dat de zorgvrager passend gedrag kan tonen naar anderen buiten zijn gezinssituatie en zijn gevoelens daarover kan uitspreken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Begeleiding op affectief-sociaal gebied heeft als doel dat de zorgvrager ondersteuning accepteert bij het ontwikkelen van een sociaal netwerk en in een veilige omgeving passend gedrag kan tonen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Onderhandelingstechnieken
Er zijn verschillende manieren waarop je kunt onderhandelen. Welke onderhandelingstechniek je gebruikt, hangt af van je doel, van de persoon met wie je onderhandelt en van de omstandigheden en het klimaat waarin je onderhandelt. Noem onderhandelingstechnieken:

Slide 9 - Open vraag

De belangrijkste kenmerken van een leefgroep zijn:

Slide 10 - Open vraag

Iedere groep waarin een nieuwe zorgvrager komt, maakt een ontwikkeling door. Hierbij zijn vier fasen te herkennen:

de wen- of herkenningsfase, de controle- of machtsfase, de affectiefase en de ontslag- of beëindigingsfase.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een netwerkkaart is een plaatje van het netwerk van een bepaalde groep waarin is aangegeven hoe de contacten tussen de groepsleden verlopen. Je ziet wie met wie contact heeft, wie er gemeden wordt en of de verschillende relaties negatief of positief zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag