Herhaling pv, zinsdelen, wwg en ow

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Zinnen ontleden - herhaling
GRAMMATICA

Slide 2 - Tekstslide

DOEL (1)

- je weet dat taal een grammatica nodig heeft

en dat het nuttig is om er iets over te weten


- je weet wat redekundig ontleden is




Slide 3 - Tekstslide

DOEL (2)

- je kunt de pv in een zin vinden

- je kunt een zin verdelen in zinsdelen

- je kunt het wwg in een zin vinden

- je kunt het ow in een zin vinden




Slide 4 - Tekstslide

Filmpje

Bekijk het volgende filmpje waarin verteld wordt waarom grammatica nuttig én belangrijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

WAT IS ONTLEDEN?

Ontleden betekent dat je iets in logische stukjes verdeelt

en daarna aan ieder stukje een naam geeft.

In een les biologie leer je bijvoorbeeld dieren ontleden

(kop, lijf, poten, staart).

In een les Nederlands leer je zinnen ontleden.


Een zin kan je op twee manieren ontleden.

Slide 7 - Tekstslide

1. Redekundig ontleden

Hierbij verdeel je de zin in zinsdelen.

Zinsdelen zijn groepjes woorden in de zin die bij elkaar horen. Vervolgens geef je die zinsdelen een naam. 


Namen van zinsdelen zijn bijvoorbeeld persoonsvorm, onderwerp en gezegde.

Slide 8 - Tekstslide

2. Taalkundig ontleden

Hierbij bepaal je voor elk woord tot

welke woordsoort het behoort.



Namen van woordsoorten zijn bijvoorbeeld lidwoord, werkwoord en zelfstandig naamwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom leren ontleden?
Als je weet hoe een zin is opgebouwd, dan kan je de betekenis makkelijker achterhalen. Ook is de spelling van sommige woorden afhankelijk van hun plaats in de zin.

Als je een andere taal dan het Nederlands moet leren, is kennis van ontleden ook heel handig. Je kan dan gebruik gaan maken van de overeenkomsten tussen talen.

Slide 10 - Tekstslide

In deze les

- Redekundig ontleden

- Herhaling:

  •  persoonsvorm
  • zinsdeelstrepen zetten
  • werkwoordelijk gezegde
  • onderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Persoonsvorm

Slide 12 - Quizvraag

In welke volgorde moet je redekundig ontleden?
A
ow - pv - zinsdelen - wwg
B
pv - wwg - zinsdelen - ow
C
zinsdelen - ow - pv - wwg
D
pv - zinsdelen - wwg - ow

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 14 - Open vraag

Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?

Slide 15 - Open vraag

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 16 - Open vraag

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 18 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
De nieuwe mentor van 2C sport elke morgen voor schooltijd.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
De eerste schoolweken vlogen voorbij.

Slide 21 - Open vraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het wg in de zin:
Op het Munnikenheide College heeft iedere leerling een iPad.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het wg in de zin:
Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.

Slide 27 - Open vraag

Wat is het wg in de zin:
Natuurmonumenten zoekt donateurs.

Slide 28 - Open vraag

Wat is het wg in de zin:
Natuurmonumenten zoekt donateurs.

Slide 29 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
De treinreizigers strandden op het station in Breda.

Slide 30 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Slide 31 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.

Slide 32 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 33 - Open vraag

GELEERD (1)

- je weet dat taal een grammatica nodig heeft

en dat het nuttig is om er iets over te weten


- je weet wat redekundig ontleden is




Slide 34 - Tekstslide

GELEERD (2)

- je kunt de pv in een zin vinden

- je kunt een zin verdelen in zinsdelen

- je kunt het wwg in een zin vinden

- je kunt het ow in een zin vinden




Slide 35 - Tekstslide

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 36 - Tekstslide