H8 - §8.3 Trilling in beeld

Welkom in de les
Vandaag:
  • Nakijken 8.2
  • Terugblik
  • lesdoelen 8.3
  • instructie 8.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.3 - Tonen horen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • Nakijken 8.2
  • Terugblik
  • lesdoelen 8.3
  • instructie 8.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.3 - Tonen horen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen §8.2

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd  kom je nu je huiswerk laten zien!

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken §8.2
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 24

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 26

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 34

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
Mee-trillende stof
B
Tussenstof
C
Geluid-dempende stof
D
Geluid-remmende stof

Slide 10 - Quizvraag

Om geluid te horen, heb je nodig: een geluidsbron, een tussenstof en je oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Geluid in de ruimte (heelal) kun je...
A
horen, maar zachter dan op aarde.
B
horen, en is harder dan op aarde.
C
horen, en klinkt hetzelfde als op aarde.
D
niet horen.

Slide 12 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van een geluidsbron
A
Lucht
B
Trein
C
Luidspreker
D
microfoon

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een ontvanger bij geluid
A
stem
B
trommel
C
microfoon
D
oor

Slide 14 - Quizvraag

Je leert ...
  • aangeven hoe het geluidspatroon verandert bij een harder of zachter geluid;
  • aangeven hoe het geluidspatroon verandert als de toonhoogte verandert;
  • het geluidspatroon van een harmonische trilling en het geluidspatroon van een muziekinstrument onderscheiden;
  • de trillingstijd uit een geluidspatroon bepalen;
  • de frequentie met een formule berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Discussievraag
Bedenk wat de geluidstechnicus 
allemaal kan veranderen aan de 
studio-opname.

Slide 16 - Tekstslide

Geluidspatroon
Lees aandachtig de alinea 'Geluidspatroon' vanaf blz. 201

Slide 17 - Tekstslide

Geluidspatroon

Slide 18 - Tekstslide

Geluidspatroon
Een geluidspatroon is het 
u,t-diagram van een 
geluidstrilling.

De tijd staat in milliseconde 
(ms)

Slide 19 - Tekstslide

Geluidspatroon
Dit noemen we een
harmonische trilling

Slide 20 - Tekstslide

Geluidspatroon
Dit noemen we een
harmonische trilling

Slide 21 - Tekstslide

Geluidspatroon
Het geluidspatroon van twee
tonen.

paars: hoog en hard

rood: laag en zacht

Slide 22 - Tekstslide

Geluidspatroon
Lees aandachtig de alinea 'Tonen van een muzikant' vanaf blz. 202

Slide 23 - Tekstslide

Toon van muzikanten.
Verschillende instrumenten hebben verschillende klanken.
Ook al spelen ze dezelfde toon. Dit noem je klankkleur.

Slide 24 - Tekstslide

Toon van muzikanten.
Dezelfde frequentie, maar een andere specifieke klank.

Slide 25 - Tekstslide

Toon van muzikanten.
Dezelfde frequentie, maar een andere specifieke klank.

Slide 26 - Tekstslide

Trillingstijd en frequentie
Lees aandachtig de alinea 'Trillingstijd en frequentie' vanaf blz. 202

Slide 27 - Tekstslide

Trillingstijd
De tijdsduur van één hele 
trilling noemen we
trillingstijd (T).

Slide 28 - Tekstslide

Trillingstijd
De tijdsduur van één hele 
trilling noemen we
trillingstijd (T).

Hoe groot is de 
trilingstijd  (T)?
0,65 ms

Slide 29 - Tekstslide

Hoe groot is de trillingstijd in de grafiek?
A
5 s
B
0,5 s
C
5 ms
D
0,5 ms

Slide 30 - Quizvraag

Frequentie
Om iets over de toonhoogte te
kunnen zeggen, moeten we de 
frequentie (f) weten.

Slide 31 - Tekstslide

Frequentie
frequentie=Trillingstijd1
f=T1

Slide 32 - Tekstslide

Even oefenen!
Bereken de frequentie van dit 
geluid.

Gebruik de G,G,F,B,A - methode

Slide 33 - Tekstslide

Even oefenen!
G: T = 5 ms = 0,005 s
G: f = ? Hz

F: 

B: 

A:         De frequentie is 200 Hz
f=T1=0,0051=200
f=0,0051=200

Slide 34 - Tekstslide

Een veer gaat in 5 seconde 20x op en neer.
Bereken de frequentie
A
100 s
B
4 s
C
0,25 Hz
D
4 Hz

Slide 35 - Quizvraag

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §8.2 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §8.2 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zs

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §8.2 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zf

Slide 38 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 39 - Tekstslide

Maja springt op een trampoline in 12 seconde 4 x op en neer
De trillingstijd is dan
A
3 s
B
4 s
C
48 s
D
0.33 s

Slide 40 - Quizvraag

Een snaar heeft een frequentie van 440 Hz
Bereken de trillingstijd
A
0,023 ms
B
2,3 ms
C
0,23 s
D
2,3 s

Slide 41 - Quizvraag

Bepaal met behulp van de trillingsgrafiek de frequentie.
A
500 Hz
B
5 Hz
C
2 Hz
D
0,5 Hz

Slide 42 - Quizvraag

Ischa spring in 6 seconde 2 x op en neer op een trampoline, ze spring 1,2 meter hoog.
Wat is de frequentie en amplitude.
A
3 Hz en 1,2 m
B
0,33 Hz en 1,2 m
C
3 Hz en 0,6 m
D
0,33 Hz en 0,6 m

Slide 43 - Quizvraag

Je kunt...
  • aangeven hoe het geluidspatroon verandert bij een harder of zachter geluid;
  • aangeven hoe het geluidspatroon verandert als de toonhoogte verandert;
  • het geluidspatroon van een harmonische trilling en het geluidspatroon van een muziekinstrument onderscheiden;
  • de trillingstijd uit een geluidspatroon bepalen;
  • de frequentie met een formule berekenen.

Slide 44 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll