Week 21, les 2, 2H K4 Grammatik A und B

Lezen
timer
15:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.

Slide 1 - Tekstslide

Programm

  • Lesen
  • Grammatik A
  • Grammatik B


Toets inhalen*
Dienstag 9. Januar 2024

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • Je kunt het voltooid deelwoord gebruiken.


Maak aantekeningen!!

Slide 3 - Tekstslide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen - (e)ettenten
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de stam van het werkwoord 
2. Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat.
3. Kijk welke regel je moet toepassen. 
- stam op -s, -ss, -ß, -x, of -z = (E)ETTENTEN
- niks bijzonders = FEESTTENTEN-regel. 

Slide 7 - Tekstslide

das Partizip
het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
  • ge+stam+t
  • eindigt de stam op een -t of -d: ge+stam+et

Uitzonderingen:
  • werkwoorden op -ieren :                                      stam+t  (fotografieren)
  • werkwoorden beginnend met be- of ver:     stam+t   (versorgen, besorgen)

Slide 8 - Tekstslide

het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet worden gestampt. Je vindt ze in de Lernliste achter het hele werkwoord. 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

Slide 10 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 11 - Sleepvraag

Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben

Slide 12 - Quizvraag

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst

Slide 13 - Quizvraag

....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 14 - Quizvraag

Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 15 - Quizvraag

Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]

Slide 16 - Open vraag

Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]

Slide 17 - Open vraag

... du deine Zähne zweimal am Tag?
[putzen]

Slide 18 - Open vraag

Mit wem . . . du denn die ganze Zeit?
[tanzen]

Slide 19 - Open vraag

Weten jullie het nog?

Wat is de stam van "flüstern"?

Slide 20 - Open vraag

Ich habe euch das gestern (sagen)!
A
sagt
B
versagt
C
gesagen
D
gesagt

Slide 21 - Quizvraag

Wir wurden gestern (spionieren).
A
spioniert
B
gespionieren
C
gespioniert
D
spionieren

Slide 22 - Quizvraag

Er hat die Katze (versorgen).

Slide 23 - Open vraag

Wir haben zusammen Minecraft (spielen).

Slide 24 - Open vraag

Mit wem hast du (telefonieren).

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Niet eten! Slokje drinken mag.
Niet door de klas heen blijven lopen.
timer
4:30

Slide 27 - Tekstslide

Aufgabe 18
Seite 114

Die Regel entdecken


Slide 28 - Tekstslide

Aufgabe 23 

Slide 29 - Tekstslide

Theorie anwenden
Machen: Aufgabe 18 bis zum 28
Ab Seite 114 im Buch

Fertig?
Münster vorbereiten
oder 
Slim Stampen E (Kapitel 4)

timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe 18 bis zum 28
Im Buch, ab Seite 114

Lernen:
Grammatik Regeln

Slide 31 - Tekstslide