H 1.3 De eerste steden.

1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 1 - Tekstslide

1.3 De eerste steden
  •  In de prehistorie leefden boeren in kleine dorpen
  • De eerste stedelijke beschavingen ontstonden vanaf 3.500 v.Chr aan rivieren in het huidige Midden-Oosten
  • Dorpen groeiden tot steden met muren, tempels en pakhuizen, doordat ....
  • De landbouw genoeg opleverde, zodat niet iedereen boer hoefde te zijn --> ontstaan ambachtslieden
Ruïnes van Eridu.
Reconstructie van de poort van Eridu.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1.3 De eerste steden
Om een samenleving goed te leiden waren er leiders nodig om alles in goede banen te leiden. Er ontstond een sociale hiërarchie:
  1. De monarch (koning)
  2. Priesters (onderhouden contact met de goden)
  3. Ambtenaren (helpen bij het bestuur) 
  4. Handelaren (kopen, vervoeren en verkopen van producten) en ambachtslieden (gespecialiseerd in een ambacht)
  5. Boeren en slaven

Het eiland Dilmu (Bahrein), was de belangrijkste markt in het Perzisch golfgebied. 

Slide 4 - Tekstslide

1.3 De eerste steden
  • In de steden was men polytheïstisch: zij aanbaden meerdere goden
  • Ook het schrift was noodzakelijk, bijvoorbeeld om leveranties (belasting) van de boeren aan de pakhuizen bij te houden
  • Het schrift was van belang voor:
  • Overdracht en bewaren van kennis en informatie
  • Regels en afspraken konden vastgelegd worden in wetten en verdragen.
    Een voorbeeld: de wetscodex van Hammurabi
Het eiland Dilmu (Bahrein), was de belangrijkste markt in het Perzisch golfgebied. 

Slide 5 - Tekstslide

VWO 4
1.3 De eerste steden
Cultureel: gaat over het denken en doen van mensen, de manier waarop ze hun leven vorm geven
Politiek: gaat over de macht van een land, gebied, stad of institutie
Economisch: gaat over hoe mensen met middelen en geld omgaan
Sociaal: gaat over de verhoudingen van mensen onderling

Slide 6 - Tekstslide

De landbouwstedelijke samenleving
In de steden ontstonden beroepen door specialisatie: als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid. Bijvoorbeeld ambtenaren en priesters: de godsdienstige leiders. 
 
Er kwamen vakmensen met een ambacht:  een beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap. 
 
Steden waren afhankelijk van handel:  het kopen en verkopen van producten.  Dit gebeurde op een markt: de plaats waar producten worden gekocht en verkocht. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De levenswijze van j-v
Ontstaan van landbouw(samenlevingen)
Ontstaan stedelijke gemeenschappen
Nomadisch bestaan
Bezit werd belangrijk; één kreeg meer bezit dan een ander.
Dieren werden gedomesticeerd
Sedentaire leefwijze
Specialisatie
Hiërarchische samenlevingen
Onderdeel van de natuur
Duidelijke rolverdeling 
Dorpen waren autarkisch
Sociale ongelijkheid
Elite
Belastingen
Schrift 

Slide 9 - Sleepvraag

Lees de tekst 'Het ontstaan van steden'. Sleep de kenmerken de juiste plaats.
Juist
Onjuist
Aan het einde van de prehistorie groeiden sommige dorpen uit tot steden.
De steden hadden veel bewoners waarvan de meesten boer waren.
De eerste steden ontstonden bij rivieren.
De eerste steden waren van de Soemeriërs in Mesopotamië.

Slide 10 - Sleepvraag

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit a is een oorzaak van feit b.
B
Feit a is een oorzaak van feit c.
C
Feit a is een oorzaak van feit d.

Slide 11 - Quizvraag

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit c is een oorzaak van feit a.
B
Feit c is een oorzaak van feit b.
C
Feit c is een oorzaak van feit d.

Slide 12 - Quizvraag