Vragen bij BS 2 bloedsomloop
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet het bloedvat dat van het hart naar de nieren stroomt?
A
Nierader
B
Nierslagader
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet het bloedvat dat van de longen naar het hart stroomt?
A
Longader
B
Longslagader
C
Hartader
D
Haarvaten
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet het bloedvat dat van de darmen naar de lever stroomt?
A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Poortslagader
Slide 4 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft pompt het bloed naar de
aorta?
Welke helft pompt het bloed naar de
aorta?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft
Slide 6 - Quizvraag
Bevat de longader zuurstofarm of zuurstofrijk bloed? En de nierader?
A
Longader arm
Nierader arm
B
Longader rijk
Nierader rijk
C
Longader arm
Nierader rijk
D
Longader rijk
Nierader arm
Slide 7 - Quizvraag
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Met welk nummer wordt de aorta aangegeven?
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Met welk nummer wordt de rechterkamer aangegeven?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 9 - Quizvraag
Zuurstofrijk bloed komt het hart binnen via de
A
Aorta
B
Longader
C
Holle ader
D
Longslagader
Slide 10 - Quizvraag
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
