5.1: Er komen andere tijden

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

5.1: Er komen andere tijden

Deze les:

• Herhaling 4.4: Samenwerking en democratie
• Voorkennis: Nederland voor WO II
• Leerdoelen 5.1
• instructie 5.1
• Aan de slag met opdrachten. 

Aan het einde van deze les:

... Heb je laten zien dat je weet hoe de economie van Nederland eruit zag voor WO II.

... Heb je laten zien dat je weet wat het begrip verzuiling betekent.

... Heb je laten zien wat je weet over de Europese samenwerking.

... Heb je geleerd hoe de economie zich na 1945 ontwikkelde en de verzorgingsstaat ontstond.

... Heb je geleerd hoe vanaf de jaren 1960 de samenleving veranderde.

Europese samenwerking

Leerdoelen en begrippen 4.4

Begrippen:

EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (vanaf 1952)

EEG: Europese Economische Gemeenschap (vanaf 1958)

Europese Unie: Organisatie van Europese staten (vanaf 1993)

5.1: Leerdoelen en begrippen

Nederland voor WO II (politiek, sociaal, economisch)

Na 1945:

• Nederlandse economie groeit hard en de welvaart stijgt.
• Werkgelegenheid in de landbouw neemt af, veel werk in de groeiende industrie.

Economie en verzorgingsstaat:

• Economische groei wordt bevorderd door Marshallhulp.
• Hardwerkende arbeiders.
• Gezagsgetrouw en tevreden met weinig.
• IJver en zuinigheid zijn nodig om welvaart te bereiken.

Economie en verzorgingsstaat:

• De groeiende economie vanaf 1945 leidde tot welvaart vanaf 1956. Onder leiding van premier Drees (PvdA) begon de opbouw van de verzorgingsstaat.
  
• Verschillende regeringen van confessionelen en socialisten maakten wetten voor de sociale zekerheid, zoals de bijstand en de AOW.
  
• De wetten werden betaald uit belastingen of door alle werknemers. De verzorgingsstaat ging dus uit van solidariteit.
  

Verzorgingsstaat:

Een staat waarin de overheid zorgt voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen.

Waar zie je nu de verzorgingsstaat nog in terug?

Andere opvattingen:

• Jaren 1960 : stijgende lonen leidden tot optimisme.
• Niet meer zuinig zijn
• Consumptieartikelen kopen.

Invloed van televisie:

• Vanaf 1951 televisie in Nederland.
• Dagelijks kijken naar buitenlandse series, discussieprogramma's en nieuws uit de hele wereld.
• Kennismaken met andere culturen en levensbeschouwingen. 

Wat betekent de komst van de televisie voor de verzuiling denk je?

Andere opvattingen:

• Opvattingen van mensen gaan veranderen.
• Verzuiling begint te verdwijnen, Ontzuiling
• Deze ontzuiling  zorgt dat mensen geloof minder belangrijk gaan vinden.
• Mensen maken zich los van hun kerk, ontkerkelijking.
• Groei van het humanisme. 

Andere opvattingen:

• Mensen gaan ook persoonlijke onafhankelijkheid belangrijker vinden.
• Eigen keuzes maken.
• Niet meer aanpassen aan normen en waarden van authoriteiten.
• individualisering: Als mensen persoonlijke onafhankelijkheid belangrijker vinden. 

Andere opvattingen:

• Nadenken over de eigen moraal (opvattingen over goed en kwaad)
• Zelf meepraten en meebeslissen.
• Komst D66: Nieuwe niet verzuilde partij, wil medezeggenschap.
• Confessionele partijen raken voor het eerst in een halve eeuw de meerderheid kwijt. 

Aan de slag:

• Lezen en markeren blz. 88 en 89 (Economische verzorgingsstaat & Andere opvattingen) 
• Uitwerken leerdoel 1 en 2
• Lezen en markeren blz. 89 en 90 ( Meer pluriformiteit)
• Leg in je eigen woorden uit wat pluriformiteit betekent.