Leçon 19 : wederkerende werkwoorden (ontkenning)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 19
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Supplément, page 29: Corrigé exercices B + C
  • De ontkenning van wederkerende werkwoorden
  • Supplément, p.30: exercice D
  • Quizlet live 2-3
  • Compréhension orale (=luisteroefening): D’accord > Chapitre 2 > 2.2 > 2 + 3 + 4 + 5 





jeudi 19 avril

Slide 2 - Tekstslide

Supplément p.29
Corrigé des exercices B et C

Slide 3 - Tekstslide

Exercice B
  • je me réveille = ik word wakker
  • tu te réveilles
  • il se réveille
  • elle se réveille
  • nous nous réveillons
  • vous vous réveillez
  • ils se réveillent
  • elles se réveillent

Exercice C
  • se réveille
  • te lèves
  • vous lavez
  • se rase
  • nous maquillons
  • m’habille
  • me brosse les dents
  • se déshabille
  • se couche
  • se reposent

Slide 4 - Tekstslide

EN DE ONTKENNING

Slide 5 - Tekstslide

Welke woorden gebruik je voor ontkenning in het Frans?

Slide 6 - Woordweb

Deel 2
De wederkerende werkwoorden in de présent + ontkenning

Slide 7 - Tekstslide

2. ontkenning

Je ne me réveille pas à sept heures et demie.

Ik word niet wakker om half acht.

Slide 8 - Tekstslide

De ontkenning in de présent
persoonlijke voornaamwoord + ne + wederk. vnw. + persoonsvorm + pas: 

Je ne me couche pas
Tu ne te couches pas
Il/Elle/On ne se couche pas
Nous ne nous couchons pas
Vous ne vous couchez pas
Ils/Elles ne se couchent pas

Slide 9 - Tekstslide

Des questions?

Slide 10 - Tekstslide

Supplément
Faire l'exercice D page 30

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Quizlet live 2-3

Slide 12 - Tekstslide

Compréhension orale
D’accord > Chapitre 2 > 2.2 > 2 + 4 + 5 

Slide 13 - Tekstslide


Les devoirs mardi 24 mai :
Faire/Maken: 
  • Supplément, p.30: exercice E
  • D’accord > Chapitre 2 > 2.4 > 3
Apprendre/Leren:
  • Supplément p.30: de ontkenning voor de wederkerende werkwoorden
  • Quizlet 2-4 NL=>FR


Slide 14 - Tekstslide