Quiz der kring
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
5 broden en twee vissen
Niels en Stijn
Manon en Sari
Slide 2 - Poll
Huis op de rots
Het verloren schaapje
De barmhartige samaritaan
De rijke man en Lazarus
De vroege en de late arbeiders
Sari
Marieke
Manon
Niels
Stijn
Slide 3 - Sleepvraag
Wie of wat wordt er bedoeld met het verloren schaap?
A
De kleinen die veracht worden
B
De grote die veracht worden
C
De tollenaars in Bethlehem
D
De grote boze wolf
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heette het boekje van Sari?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een drachma, in toenmalige israel?
A
Een munteenheid
B
Een betaalmiddel
C
Een versiering
D
Dat is niks
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Wat is de eerste zin?
Slide 8 - Open vraag
Wie van de drie-eenheid wordt bedoeld met de gelijkenis van de verloren munt?
A
God
B
Jezus
C
De heilige geest
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel roze koeken moet je eten om jezelf dood te eten?
(1 roze koek = 55 gram)
(1 roze koek = 55 gram)
A
364
B
1
C
5638,3
D
Roze koeken kan je onbeperkt eten
Slide 10 - Quizvraag
Hoelaat begonnen de vroege arbeiders met werken, en de late arbeiders?
A
5 en 11 uur
B
6 en 12 uur
C
7 en 13 uur
D
7 en 11 uur
Slide 11 - Quizvraag
Lukt Niels het?
Slide 12 - Open vraag
Wie hadden medelijden met Lazarus?
A
De melaatsen
B
De vrouwen van de priesters
C
De kinderen van de dokters
D
Paar zwerfhonden
Slide 13 - Quizvraag
Welke twee personen uit deze kring, hebben dezelfde afgeleide naam?
Slide 14 - Open vraag
Welk woord wordt het meest gebruikt in de Bijbel?
A
De
B
Het
C
een
D
en
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Wat is de volgende zin?
Slide 17 - Open vraag
Waarin investeerde de rijke dwaas?
A
In de munteenheid Drachma
B
Een nieuwe opslag plaats
C
Een nieuwe huis
D
Een nieuwe kudde dieren
Slide 18 - Quizvraag
In welk bijbelboek staan de meeste gelijkenissen?
A
Mattheus
B
Markus
C
Lukas
D
Johannes
Slide 19 - Quizvraag
Welke twee personen passeerde het slachtoffer, voor de barmhartige Samaritaan arriveerde?
A
Eerst een handelaar, daarna een priester
B
Eerst een andere samaritaan, daarna een rover
C
Eerst een priester, daarna liviet
D
De eerste zullen de eerste laatste zijn
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel gelijkenissen zijn er?
