TZ Comm&Beg H2.1 - naasten begeleiden

Communicatie en begeleiden
Communiceren met het sociale netwerk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie en begeleiden
Communiceren met het sociale netwerk

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie
in de zorg

Slide 2 - Woordweb

Naasten begeleiden
Naasten hebben ook jouw aandacht nodig, want zij moeten ook (leren) omgaan met de situatie waarin de zorgvrager verkeert.

De zorgvrager kan hulp nodig hebben bij het onderhouden van de relaties.

Slide 3 - Tekstslide

Wie zijn die naasten?
gezinsleden
familie
vrienden
kennissen

--> SOCIALE GROEP

Slide 4 - Tekstslide

Rollen van naasten
Mantelzorger: meestal gebruikt om aan te geven dat de naaste van de zorgvrager hulp biedt in het dagelijks leven. Dat doet de mantelzorger vanuit een band, bijvoorbeeld die van partner, kind of buur.

Naastbetrokkene: een term die gebruikt wordt om aan te geven dat de naaste van de zorgvrager deel uit maakt van het 'systeem' om de zorgvrager heen en direct betrokken is bij het welzijn van de zorgvrager. De naastbetrokkene heeft, in tegenstelling tot de mantelzorger, geen taken in de zorg voor het dagelijks leven van de zorgvrager.
Contactpersoon: dit is een aanduiding voor iemand die de contacten onderhoudt, namens de zorgvrager. Dit is een naaste die vaak ook zakelijke aspecten voor zijn of haar rekening neemt. Je kunt hierbij denken aan het zorgen voor nieuwe kleding of het bijhouden van verjaardagen.

Slide 5 - Tekstslide

Problemen als naaste
Als zorgvrager verandert de positie ten opzichte van je naaste.
* je gedraagt je anders, benadert de zorgvrager op een andere manier
* voorzichtiger, meer beschermend

Je moet de relatie aanpassen omdat je een andere rol krijgt.

Slide 6 - Tekstslide

Problemen als naaste
Organisatorisch: combineren met werk en eigen gezin, vervoer naar de zorgvrager

Emotioneel / relationeel: zorggever kan zorgvrager worden (bv als de zorg (te) zwaar wordt)

Slide 7 - Tekstslide

Problemen als naaste
Als verzorgende zie je vanuit je professionele inzichten vaak snel een oplossing. Deze oplossing hoeft niet altijd te passen bij de zorgvrager of de naaste(n) van de zorgvrager.

Naaste kan al veel ervaring en kennis hebben met en van de verzorging, maak daar gebruik van!

Slide 8 - Tekstslide

Welke tips geef jij een mantelzorger??

Slide 9 - Open vraag

Tips voor naasten 1/2
Neem tijd voor jezelf
Wees open en praat met je omgeving over de situatie
Blijf het contact met familie en vrienden onderhouden
Durf hulp te vragen
Stel eenvoudige vragen aan je naaste (testen is pesten)




Slide 10 - Tekstslide

Tips voor naasten 2/2
Lach veel met elkaar
Kijk naar datgene wat nog wél kan
Zingen voor je plezier
Geef complimenten
Bedenk vóór het slapen gaan drie dingen waar je dankbaar voor bent 







Slide 11 - Tekstslide

De rollen als zorgvrager en naaste

Jongvolwassenen worden volwassen, hun omgeving moet mee veranderen, zorgvraag kan veranderen
Zorg voor ouders
Kritiek uit bezorgdheid van naasten die niet aansluit bij de wensen van de zorgvrager

 

 

Slide 12 - Tekstslide

De sociale omgeving

Soms is er in de zorg onbegrip of gebrek aan inzicht bij de sociale omgeving.
* Is de sociale omgeving voldoende geïnformeerd? Weten en begrijpen ze wat er werkelijk gaande is?
* Wordt er goed naar hun vragen geluisterd? Wat vragen ze eigenlijk? In hoeverre lukt het hen om helder na te denken?
* Krijgen ze ondersteuning bij het bieden van zorg en ondersteuning aan hun naaste? Of moeten ze het zelf uitzoeken?



Slide 13 - Tekstslide

COUP
COUP staat voor 
Contact leggen
Ondersteunen
Uitnodigen 
Participeren

Slide 14 - Tekstslide

Investeren in de naasten

Als je als verzorgende een goede relatie hebt met de naaste van de zorgvrager, kan dat inzicht geven in de zorgvrager. De naaste kan vaak beter veranderingen waarnemen. 

Slide 15 - Tekstslide

Als verzorgende ondersteun je de zorgvrager bij het onderhouden van relaties.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deel uitmaken van een (sociale) groep begint op het moment dat iemand kan praten.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Een naaste is iemand die dichtbij je staat en een (sterke) band met je heeft.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een naaste is tevens mantelzorger.

A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een naastbetrokkene heeft taken in de zorg voor het dagelijks leven van de zorgvrager.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

'Zorgvrager zijn' betekent dat er professionele hulp nodig is.

A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Als verzorgende kan het voorkomen dat je ook taken als mantelzorger uitvoert.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

'Zorgvrager zijn' beïnvloedt de relatie met de naaste.

A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Kritiek op verzorgenden kan voortkomen uit een andere, onderliggende emotie.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

De COUP-werkwijze brengt het sociale netwerk van de zorgvrager in kaart.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een eerste stap in de communicatie met de sociale omgeving is het leggen van contact met naasten die bij de zorgvrager komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Participatie van naasten kan het welzijn van de zorgvrager(s) vergroten.

A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag