Een betoog schrijven

Hoe vorm je een mening?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe vorm je een mening?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling Stelling

  • Een duidelijke uitspraak over iets
  • Waar je het mee eens of oneens kunt zijn
     
  • Vaak de start van een discussie of een betoog

  • Voorbeeld: "Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Standpunt

  • Mening over iets
  • Positief, negatief of twijfelachtig

  • Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus, daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Argument
  • Legt het standpunt uit / onderbouwing van het standpunt
  • Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar.                                                   
  • Waarderende argumenten: iets is (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk, goed of slecht is.   
  • Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Tegenargument
Iemand die het niet met jouw standpunt of argumenten eens is, geeft een tegenargument
Door tegenargumenten te gebruiken, kun je 'bewijzen' waarom de ideeën van tegenstanders niet kloppen.




Slide 5 - Tekstslide

Oefening - stap 1
"Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."
  • Welk standpunt neem jij in?

Slide 6 - Tekstslide

Oefening - stap 2
"Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."
  • Bedenk twee argumenten bij jouw standpunt.

Slide 7 - Tekstslide

Oefening - stap 3
"Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."
  • Bedenk bij elk argument een uitleg.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening - stap 4
"Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."
  • Bedenk bij elk argument een voorbeeld dat past bij de gegeven uitleg.

Slide 9 - Tekstslide

Oefening - stap 5
"Sociale media maken het leven leuker en makkelijker."
  • Geef bij ieder argument een conclusie.

Slide 10 - Tekstslide

  • Een argumentenschema laat zien hoe een argument een standpunt ondersteunt.
  • Het is een manier om een reden (argument) aan een mening (standpunt) te koppelen.
  • Het argument geeft voor- of nadelen om een mening te ondersteunen.
Wat is een argumentatieschema?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stellingen
Stelling 1: "Gamen moet als officiële sport erkend worden."
Stelling 2: "Fastfoodketens zouden hogere prijzen moeten vragen voor ongezonde producten."
Stelling 3: "Concerten en festivals zijn te duur voor jongeren."

  • Bij elke stelling horen twee artikelen

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Stap 1: Je kiest 1 van de 3 stellingen uit de vorige slide

Stap 2: Je leest beide artikelen die horen bij de gekozen stelling

Stap 3: Je vult individueel het argumentatieschema in 

Stap 4: Vergelijken schema met medeleerling met dezelfde stelling

Slide 14 - Tekstslide