(Ik heb een ander onregelmatig werkwoord gebruikt, dus je kunt dit niet overschrijven)
Doe het zo:
werkwoord zijn:
Ik ben naar het bos geweest.
Hij is gisteren 10 jaar geworden.
Wij zijn al 5 jaar vrienden.
Je ziet hierboven 3 verschillende personen ( ik, hij en wij) en 3 verschillende vormen van het werkwoord zijn: ben, is, zijn.