Opvoeding periode 4 les 4 en 5

Opvoeding
Periode 4

Les 4 Rapporteren O&O H. 8.4
Les 5 Kinderen volgen O&O H. 8.5


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opvoeding
Periode 4

Les 4 Rapporteren O&O H. 8.4
Les 5 Kinderen volgen O&O H. 8.5


Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je hier vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen
  • Wat is het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief observeren?
  • Noem twee observatiemethoden.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen les 4
De student: 
  • Weet op welke manier hij over een observatie kan rapporteren 
  • Kan mondeling rapporteren 
  • Kan een schriftelijke rapportage maken 
  • Kan bij het rapporteren de begrippen objectief en subjectief herkennen

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen les 5
De student: 
  • Weet wat de functie van een leerlingvolgsysteem is
  • Weet wat het belang is van ouderbetrokkenheid

Slide 6 - Tekstslide

Methodisch observeren
Observeren middels een stappenplan:
stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren
stap 2: Schrijf op wat de achtergrond gegevens zijn
stap 3: Schrijf de vraagstelling op
stap 4: kies de observatiemethode
stap 5: voer de observatie uit'
stap 6: rapporteren
stap 7: antwoord geven op de vraagstelling

Slide 7 - Tekstslide

Stap 6: Rapporteren
Observatieverslag & Overdrachtsrapport

Slide 8 - Tekstslide

Objectief en subjectief
  • Iets is objectief als het onafhankelijk is van de mening van mensen, als er geen interpretatie bij nodig is.​

  • Subjectief is wanneer je iets rapporteert dat beïnvloed wordt door persoonlijke meningen, belangen of ideeën


Slide 9 - Tekstslide

Oefening Objectief rapporteren
  1. Lees de rapportage​
  2. Lees de rapportage opnieuw en onderstreep de woorden of zinsdelen die de rapportage subjectief maken
  3. Welke woorden/zinnen zijn subjectief?  schrijf op!


Ter oefening van examen D!




Slide 10 - Tekstslide

Rapportage student 1

Slide 11 - Tekstslide

Rapportage student 2

Slide 12 - Tekstslide

Welke rapportage is objectiever?
Rapportage 1
Rapportage 2

Slide 13 - Poll

Oefening objectief & subjectief
  1. Ga in 2 lange rijen tegenover elkaar zitten​
  2. Zeg tegen de partner tegen over je iets objectiefs over zijn verschijning​
  3. Zeg tegen de volgende partner tegen over je, iets subjectiefs over zijn/haar verschijning (zo ontstaat er een ‘zigzag’ effect in de rij) ​
  4. Doe dit zelfde nu met alleen objectieve woorden​
  5. En hetzelfde met alleen subjectieve woorden







Slide 14 - Tekstslide

Rapporteren
Onderscheid maken tussen hoofd en bijzaak.

Slide 15 - Tekstslide

Bij de hoofdzaak gaat het om de kern van een onderwerp, gebeurtenis, verhaal of gesprek. Het is de grove lijn.​
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Bij de hoofdzaak gaat het om de kern van een onderwerp, gebeurtenis, verhaal of gesprek. Het is de grove lijn.​



Een bijzaak is alles dat bij de hoofdzaak hoort. Het gaat hier meer om de details.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Oefening hoofd of bijzaak
Schrijf de nummers op van de zinnen die als hoofdzaak worden gerapporteerd.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

8.5 Kinderen volgen
Zoek in tweetallen op in je boek:

Wat is de functie van een leerlingvolgsysteem? Schrijf dit op

Wat betekent het begrip: ouderbetrokkenheid?
Herken je dit in je stage?

Slide 20 - Tekstslide