1.1 Materialen

Wat gaan we deze les doen?

Doelen

Uitleg over materialen en materiaaleigenschappen

Opdrachten maken

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

Doelen

Uitleg over materialen en materiaaleigenschappen

Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les
Na deze les:
  • ken je 3 groepen van materialen
  • weet je het verschil tussen synthetische en natuurlijke materialen
  • weet je wat materiaaleigenschappen zijn en kun je er 5 noemen en uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Materialen
Definitie: 
Een natuurlijke of kunstmatige (synthetische) stof of mengsel van stoffen dat voldoet aan bepaalde eisen (materiaaleigenschappen) om te worden toegepast in gebouwen of gebruiksvoorwerpen. 

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje uitvinding flubber
Bekijk in het filmpje de eigenschappen van flubber.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Eigenschappen van flubber
(materiaaleigenschappen)

Slide 6 - Woordweb

Materiaaleigenschappen
  • Dichtheid (ijzer heeft hogere dichtheid dan aluminium)
  • Elasticiteit (flubber)
  • Elektrische geleidbaarheid (metalen wel, plastics vaak niet)
  • Hardheid (beton is hard, krijt is zacht)
  • Hydrofiel/hydrofoob (katoen neemt vocht op, plastic niet)

Slide 7 - Tekstslide

Practicum
-Je krijgt van de docent verschillende materialen en een papier.

-Schrijf bovenaan het papier een titel: practicum materiaaleigenschappen.
Zet ook je naam op het blad en teken een tabel met 2 kolommen en 10 rijen. Schrijf boven in de linkerkolom materiaal en in de rechterkolom materiaaleigenschap.

-Schrijf van elk materiaal een materiaaleigenschap op, je mag je boek gebruiken om informatie op te zoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Hydrofoob & hydrofiel
hudor = water
fobos = angst
filos = vriend

Suiker is dus een hydrofiele stof (lost goed op in water), olie is een hydrofobe stof (mengt niet met water).

Slide 9 - Tekstslide

Practicum
Hydrofoob of hydrofiel?

Slide 10 - Tekstslide

Welke stoffen zijn hydrofiel?
A
Zout
B
zwarte peper
C
witte peper
D
suiker

Slide 11 - Quizvraag

Welke stoffen zijn hydrofoob
A
olie
B
vet
C
water
D
yoghurt

Slide 12 - Quizvraag

3 Groepen materialen
  • Metalen (ijzer, koper, goud)
  • Kunststoffen/plastics (PVC)
  • Composieten (beton, gewapend glas)

Slide 13 - Tekstslide

Kunststoffen
  • Synthetisch plastic gemaakt van aardolie. 
  • Bioplastic gemaakt van natuurlijk materiaal, bijvoorbeeld zetmeel of melkzuur (afvalproduct van bacteriën).
  • Dit zijn hernieuwbare grondstoffen (raken niet op).
  • Bioplastic niet altijd biologisch afbreekbaar (biodegradeerbaar)!

Slide 14 - Tekstslide

Composiet
  • Combinatie van verschillende materialen om eigenschappen te combineren.
  • Voorbeeld: carbon (plastic versterkt met carbonvezels), toepassing in racefietsen en vliegtuigen.
  • Mengsel van metalen noem je een legering.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen 1.1 en evt extra uitleg mbv filmpjes
  • Maken vragen 1 t/m 9


Huiswerk: vragen afmaken


Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik vorige les quiz

Doelen
-
kun je uitleggen wat stofeigenschappen zijn en 4 voorbeelden noemen
- het verschil tussen homogene en heterogene mengsels uitleggen
- uitleggen wat een kookpunt en een smeltpunt is
-volume- en massapercentage berekenen

Opdrachten maken

 10 t/m 19

Slide 17 - Tekstslide

Wat is GEEN materiaaleigenschap?
A
Dichtheid
B
Goedkoop
C
Elasticiteit
D
Geleidbaarheid

Slide 18 - Quizvraag

Noem 3 eigenschappen die het materiaal moet bezitten waar je baby speelgoed van maakt.

Slide 19 - Open vraag

wat is het verschil tussen een synthetisch materiaal en natuurlijk materiaal

Slide 20 - Open vraag

Stofeigenschappen
  • Kleur
  • Geur
  • Smaak
  • Oplosbaarheid
  • Fase bij kamertemperatuur (20 graden)
  • Brandbaarheid
  • Giftigheid

Slide 21 - Tekstslide

homogene- en heterogene mengsels

Homogeen: je kunt de verschillende bestanddelen niet meer 
                        onderscheiden

Heterogeen: suspensie/emulsie. Verschillende bestanddelen
                            zijn te herkennen


slagroom, thee, lucht, piepschuim, haargel, rvs pan, lucht, mist

Slide 22 - Tekstslide

smeltpunt en kookpunt

Hiermee kun je kijken of je een zuivere stof hebt.


smeltpunt water 0 graden
smelttraject: het temperatuurgebied waarin een mengsel smelt


kookpunt water 100 graden 
Kooktraject: temperatuurgebied waarin een mengsel kookt

Slide 23 - Tekstslide

Massa en volumepercentage
Massapercentage = (massa opgeloste stof : massa mengsel) x 100%
Volumepercentage = (volume opgeloste stof : volume mengsel) x 100%

Slide 24 - Tekstslide

Even oefenen

Je hebt een fles spiritus, daarin zit 750 ml. 638 ml is alcohol

bereken volumepercentage


Je hebt chocola van 150 gram met een massapercentage van 78 procent cacao. hoeveel gram is dat?

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag

Maak opdracht 10 t/m 19 

Ben je klaar? Laat controleren en vraag wat je nu mag doen.  

Slide 26 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik op de vorige lessen

Doelen
-aan het einde van de les kun je

9 scheidingsmethoden benoemen en uitleggen

Oefenen

Opdrachten maken

Slide 27 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige lessen?

Slide 28 - Open vraag

Scheidingsmethodes van mengsels

We lezen over de volgende methodes:
filtreren

bezinken

centrifugeren

indampen

destilleren

extraheren

absorberen

chromatograferen

Slide 29 - Tekstslide

Oefenen
scheidingsmethoden uitproberen

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opdracht 20 t/m 30
Je mag in tweetallen overleggen
Klaar? vraag wat je kan/mag doen

Slide 31 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik (welke scheidingmethoden ken je nog?)
Doelen

- aan het einde van de les
kun je 3 verhittingsmethoden uitleggen
kun je een chemische reactie opschrijven
Uitleg

Opdrachten maken
Afsluiting


Slide 32 - Tekstslide

Verhitten

Smelten

Verdampen

Gloeien



Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Chemische reacties

Beginstof----> reactieproducten


Verbrandingsreactie
Zuurstof + brandbarestof -----> verbrandingsproducten

Ontledingsreactie

Beginstof -------> ontledingsproducten

Slide 35 - Tekstslide

Opdrachten maken

Maak de opdrachten van paragraaf 1 t/m 3 af
Paragraaf 4: 31 t/m 38


Klaar? laat controleren

afsluiting: wat is verbranden/wat is verhitten/wat is ontleden

Slide 36 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Uitleg opdracht plastic auto
- lees paragraaf 1.7. Maak een werkstuk en beantwoord daarin de vragen 1 t/m 3 in verhaalvorm
   (voorkant, inleiding, inhoudsopgave, hoofdstukken) gebruik afbeeldingen.
- Inleverdatum: 2 oktober


Oefenen voor de toets
- Schrijf of typ de begrippen van dit hoofdstuk (paragraaf 1 t/m 4)

- zet de betekenis achter het begrip
- Je krijgt hier een cijfer voor



Slide 37 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik hoofdstuk 1



Maak de opdrachten van paragraaf 6



Slide 38 - Tekstslide