God, ze zeggen dat uw naam de naam is van de allerhoogste, de man die de touwtjes in handen houdt. Ze zeggen dat u altijd naast de mensen staat, dat u de persoon bent die je draagt. Ik weet het niet! Ik vind u zo onbegrijpelijk. Wat moet ik met u? Kunt u wel iets met mij? Want dan wil ik u nog zeggen: ik wil best iets doen, maar in allerlei dingen geloven die ik niet begrijp, daar voel ik niet zo veel voor. Ze zeggen dat u naast de armste mensen staat. Weten die mensen dat zelf ook? Of rekent u erop dat ik iets doe?