4.3; een agrarische samenleving

4.3 agrarische samenleving 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3 agrarische samenleving 

Slide 1 - Tekstslide

planning
  • Herhalen vorige les
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je kan een definitie geven van een agrarische samenleving
  • Je weet hoe de agrarische samenleving georganiseerd was (het domein)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

     Hofstelsel-> Herendiensten

Slide 5 - Tekstslide

Middeleeuwen
  • Middeleeuwen 500 - 1500 
  • Vroege middeleeuwen 500 - 1000
  • Late middeleeuwen 1000 - 1500

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Agrarische economie
  • Rond 500, na val West-Romeinse Rijk, verdwenen de steden
  • Ontstaan agrarische samenleving = Een maatschappij waarin bijna iedereen als boer werkt en er vrijwel geen steden zijn.
  • Geen eenheid + vaak oorlog = slecht voor handel
  • Vraag naar gespecialiseerde producten stopte

Slide 8 - Tekstslide

Domein
  • Hierdoor weinig handel en muntgeld niet meer gebruikt
  • Stedelingen trokken naar platteland --> daar voedselverbouwen 
  • Oorlog, plunderingen door volksverhuizing 
  • Op het platteland bescherming zoeken bij een machtige boer
  • Machtige boer: versterkte boerderij + gewapende knechten 
  • In ruil voor bescherming moesten kleine boeren land afstaan

Slide 9 - Tekstslide

Domein
  • De machtige boeren kregen steeds meer grond
  • Ze werden heer van een domein
  • Gebied waar een heer de baas was en waarvan hij de inkomsten kreeg. Het bestond vroonland (met de hoeve van de heer), hoeveland (waar de horigen woonden) en woeste gronden.

Slide 10 - Tekstslide

De boeren woonden/werkten op een domein, wat is een domein
A
Gebied van een edelman of klooster
B
Stuk grond van de leenheer
C
Hun eigen grondgebied waar ze dingen op verbouwden
D
Stuk grond van de gemeente

Slide 11 - Quizvraag

Hiernaast zie je een domein. Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
de burgemeester

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Domein
Domein was zelfvoorzienend

Slide 14 - Tekstslide

Wat is zelfvoorziening?
timer
0:30
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In je behoeften voorzien door iets zelf te maken
C
Kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn
D
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien

Slide 15 - Quizvraag

De middeleeuwen loopt van
A
400 - 1500
B
600 - 1500
C
500 - 1500
D
600 - 1600

Slide 16 - Quizvraag

De vroege middeleeuwen loopt van
A
500 - 1500
B
1000 - 1500
C
500 - 1000

Slide 17 - Quizvraag

Agrarische samenleving is een samenleving waarin...
A
Alle mensen wonen in de stad en zijn ambachtslieden
B
Mensen zowel in de stad als op het platteland wonen
C
Bijna alle mensen boeren zijn en op het platteland wonen

Slide 18 - Quizvraag

De agrarische samenging ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk

Slide 19 - Quizvraag

Een domein bestaat uit...
A
2 delen
B
3 delen
C
4 delen
D
5 delen

Slide 20 - Quizvraag

De baas van een domein wordt de domeinheer genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Welk onderdeel van een domein is alleen voor de heer
A
Woeste grond
B
Vroonland
C
Hoeveland

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten maken 
  • 4.1 Leven op het platteland

timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

huiswerk

4.3  35 - 40 - 47 - 48 - 50 - 52

Slide 24 - Tekstslide