H3 - WO 1 herhaling (toetsje)

EVEN
HERHALEN...
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolISKvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

EVEN
HERHALEN...

Slide 1 - Tekstslide

In welk tijdvak was de
Eerste Wereldoorlog?
A
B
C

Slide 2 - Quizvraag

Welke landen hoorden bij de
Centralen?
(Zie bron 3, blz. 92)
A
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en België
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Servië
C
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Polen
D
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk

Slide 3 - Quizvraag

Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Rusland werkten samen in WO I.
Zij heten:
A
de gelieerden
B
de geallieerden
C
de geallileerden
D
de gealliaarden

Slide 4 - Quizvraag

Welke rol speelt Nederland
in de WO I ?
A
Nederland deed mee met Frankrijk en Engeland
B
Nederland deed mee met Duitsland
C
Nederland bleef neutraal, maar mobiliseerde wel het leger uit voorzorg
D
Nederland was eerst neutraal, daarna deden ze mee met Frankrijk en Engeland

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de goede begrippen (3) naar het vak
"Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog"
Oorzaken van de
Eerste Wereldoorlog
militarisme
democratie
socialisme
nationalisme
wapenwedloop
communisme

Slide 6 - Sleepvraag

Welk land stopt vóór 1918 met de oorlog en in welk jaar?
A
Rusland sluit vrede met Duitsland in 1916
B
Oostenrijk-Hongarije sluit vrede met Duitsland in 1916
C
De Verenigde Staten van Amerika sluiten vrede met Duitsland in 1917
D
Rusland sluit vrede met Duitsland in 1917

Slide 7 - Quizvraag

Leg uit waarom
de Eerste Wereldoorlog
een 'Tweefrontenoorlog' is.

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn:
loopgraven?

Slide 9 - Open vraag

Wat is propaganda?
Wie gebruiken het?
A
Soort reclame voor het leger. Alle betrokken landen gebruikten propaganda
B
De agenda (de plannen, missie) voor een oorlog. Alle landen gebruikten het.
C
Posters met grapjes over de oorlog. Frankrijk en Engeland maken gebruik van propaganda.
D
Soort reclame voor het leger. Alleen Duitsland gebruikt propaganda

Slide 10 - Quizvraag

Nederland kreeg te maken met de gevolgen van de WO I.
Welk gevolg is onjuist?
A
Er komen veel (1 miljoen) vluchtelingen uit België naar Nederland.
B
Frankrijk en Engeland stopten met de handel met Nederland. Er was te weinig eten en brandstof.
C
Nederland verdiende veel geld door wapens te maken en te verkopen aan Duitsland.
D
Door tekort aan eten en brandstof lijden veel mensen in Nederland honger en kou.

Slide 11 - Quizvraag

Het je (bijna) alles goed? Dan weet je al veel van paragraaf 3.1
Goed gedaan!

Slide 12 - Tekstslide