Oefenen met stof periode 4

Oefenen met stof periode 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met stof periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'antropocentrisch'?

Slide 2 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met 'multiperspectiviteit'?

Slide 3 - Open vraag

Welke van deze situaties is antropocentrisch?
A
Er worden windmolens gebouwd om groene stroom op te wekken.
B
Er moet minder stikstof worden uitgestoten.
C
Er worden maatregelen genomen om de wolf in Nederland toe te laten.
D
Er wordt onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van algen voor eten.

Slide 4 - Quizvraag

Welke van deze situaties is ecocentrisch?
A
Er worden windmolens gebouwd om groene stroom op te wekken.
B
Er wordt een nieuw park geopend naast een woonwijk.
C
Er wordt een vergunning afgegeven om een overschot aan herten af te schieten.
D
Een buurthuis plant extra planten rond de locatie om de omgeving te vergroenen.

Slide 5 - Quizvraag

Lees voor de volgende vragen eerst de fragmenten.

Slide 6 - Tekstslide

De volgende ochtend ging boven Almere om half zeven de zon op,
precies zoals je in augustus kon verwachten. Onder een
stralendblauwe, wolkenloze hemel werd in alle stadskernen de
omvang van de stormschade zichtbaar. Overal hadden dakpannen
zich door autodaken geboord. Omvergewaaide bomen blokkeerden
straten en wegen. Veel ruiten hadden het begeven en
zonnepanelen waren van daken gerukt. Boten waren aan land
geworpen, caravans lagen op hun kant, tuinmeubilair dreef in de
vaarten, grachten en kanalen. De ontelbare wipkippen die Almere
rijk was, waren vrijwel allemaal ontworteld. Het was alsof een
reuzenhand een kolossale vuilnisemmer boven de stad had
uitgestort.

Slide 7 - Tekstslide

Welk perspectief herken je hier?
A
antropocentrisch
B
ecocentrisch
C
multiperspectiviteit

Slide 8 - Quizvraag

Ze neuriet een droevig oud volksliedje over een meisje dat bevriend raakte met een slingerplant. Op een dag vraagt de plant of hij om haar heen mag slingeren. Dat vindt ze goed, maar de takken van de plant blijken te sterk, ze knijpen haar fijn (ze knijpen haar fijn, ze knijpen haar fijn). Het meisje sterft, de plant kwijnt weg van verdriet, zijn zaadjes wachten in de aarde op een nieuwe dag.

Slide 9 - Tekstslide

Welk perspectief lezen we hier?
A
antropocentrisch
B
ecocentrisch
C
multiperspectiviteit

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk voor de volgende vragen de tekst en de afbeeldingen.

Slide 11 - Tekstslide

Over Saskia Noort
Saskia Noort is ‘la grande dame’ van de Nederlandse literaire thriller, maar wordt toch niet helemaal serieus genomen door collega’s en recensenten. Iedereen heeft wel een mening over haar werk, of ze haar nu gelezen hebben of niet. Een grote groep lezers loopt met haar weg, maar een nog grotere groep blijft het liefst zo ver mogelijk bij haar publicaties uit de buurt. Dit blijkt onder meer uit de beoordelingen van respondenten die hebben meegedaan aan Het Nationale Lezersonderzoek, de online enquête die deel uitmaakt van het project The Riddle of Literary Quality. Hierin werd lezers gevraagd romans te beoordelen op hun literaire kwaliteit (zie tabel 1). De enquête stond in 2013 ruim een halfjaar online en bijna 14.000 respondenten hebben hun mening gegeven over romans die ze gelezen en niet gelezen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Wie zijn in deze situatie de 'poortwachters' die bepaald hebben hoe Saskia Noort wordt gezien?
A
de onderzoeker
B
de lezers van Saskia Noort
C
de respondenten van de enquêtes
D
Saskia Noort

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kan het dat Saskia Noort slechter wordt beoordeeld door mensen die haar boeken niet gelezen hebben?

Slide 16 - Open vraag

Heeft Saskia Noort veel of weinig symbolisch kapitaal?
A
veel
B
weinig

Slide 17 - Quizvraag

Eerder die dag ontving ze een brief van de kunstacademie. Ze
vonden de brief in combinatie met het papieren poppenhuis
veelbelovend en verwelkomen haar graag in september. Het is alsof de
weg voor haar breder wordt en de wereld zich uitvouwt: kijk, daar
zijn de meren en daar de bergen en daarachter begint een ander land.
In haar borstkas schijnt een extra zon.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het vertelperspectief in dit fragment?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
alwetende verteller
D
meervoudige verteller

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je zich herhalende elementen in literatuur?
A
motief
B
thema
C
motto
D
perspectief

Slide 20 - Quizvraag