2324 P1 LES 3 (systemen specifiek appendages)

• Techniek
• MBO
• Studiejaar 1

Hulpwerktuigen/ Systemen

Periode 1

LES 3

Systemen/ specifiek afsluiters)

systemen

Verleden week zijn we begonnen met het vak Hulpsystemen.

Jullie hebben het boek 1.1 t/m 1.3 doorgelezen.

hierin was een zeewatersysteem afgebeeld.

uit welke 5 onderdelen bestaat een systeem minimaal?

tank

pomp

leidingen

filters

afsluiters

welke kleurmarkering zal te vinden zijn op de leidingen van dit systeem? (zeewater)

waar wordt dit systeem voor gebruikt?

zeewater

zeewater wordt gebruikt om te koelen, niet direct door de motor heen maar dmv een warmtewisselaar. Het koude zeewater wordt gebruikt om het warme koelwater van de motor te koelen.

Voor zeewater wordt de kleur groen gebruikt.

zeewater wordt ook gebruikt voor het ballastsysteem en het brandblussysteem. De pompen uit dit systeem kunnen ook gebruikt worden voor het lenssysteem....

Zo hoeven er minder pompen geinstalleerd te worden.

wat is het doel van het ballastsysteem?

wat is het doel van het lenssyteem

Het lens systeem

Waar is dat ook weer voor?

CQ: WAT IS LENZEN EN LENSWATER?

Waar bevindt zich dit lenswater?

Dus met een ballast pomp kan ik een lensput  van de MK leegmaken. 

Het is niet wenselijk dat je dit water via de overboard afsluiter de haven wordt ingepompt. Of andersom... ballastwater de MK in....

In dit systeem is het dus heel belangrijk dat je goed op de hoogte bent van de afsluiters. 

Afsluiters regelen de doorstroming. Met een afsluiter kun je de hoeveelheid regelen van vol open tot dicht.

Leidingen uit elkaar houden!?!?

Weten we het nog????????????????????????

In je boek staan 8 verschillende afsluiters

Noteer de 8 afsluiters in je schrift en schrijf bij elke afsluiter de voor en/of nadelen op.

je hebt hier 20 minuten de tijd voor.

klepafsluiter

• goed regelbare doorstroom
• kan als terugslagklep functioneren (losse klep)
• neemt relatief veel ruimte in

schuifafsluiter

• weinig stromingsweerstand
• altijd geheel open of geheel dicht
• openen/sluiten neemt veel tijd
• sluit goed af - hierdoor meer wrijving met openen/sluiten
• vuil kan onderin het huis ophopen waardoor sluiten slechter/niet gaat.

vlinderklep

• korte inbouwmaten
• weinig stromingsweerstand
• lastiger te monteren - uitlijnen 
• snel openen en sluiten bij handbediening, wel veel kracht nodig
• als de klep open staat lastig tussen de leidingen weg te krijgen

grotere vlinderkleppen hebben vaak een draaiwiel. niet zo snel meer te openen/sluiten...

membraam-afsluiter

• geen klepstangafdichting, dus geen omhoogdraaiend wiel 
• membraam van rubber of kunststof en hierdoor geschikt voor corrosieve vloeistoffen

naaldafsluiter

• om zeer nauwkeurig doorstroming te regelen

kogelkraan

• snel openen en sluiten
• kan bij vuile vloeistoffen
• weinig stromingsverlies

plugkraan

• snel openen/sluiten
• niet regelbaar

terugslagklep

• voorkomt terugstromen van vloeistoffen/gas/lucht
• vaak niet bedienbaar

moodle + huiswerk

in moodle vind je een korte voortgangsmeting

maak de eerste keer zonder je boek of schrift te raadplegen.

als je dit hebt afgerond kan je opgave 2 gaan maken uit je opgavebundel periode 1