Middenstuk schrijven M2 argument tegen

Vandaag
  • Lezen
  • Middenstuk schrijven aan de hand van stappen.
  • Hoe? In tweetallen. 
  • Aan de slag!

Aan het einde van deze les...
... heb ik een alinea met een argument tegen voor de kern geschreven voor het betoog over mijn eigen gekozen onderwerp. 

De alinea lever je aan het einde van deze les in. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Lezen
  • Middenstuk schrijven aan de hand van stappen.
  • Hoe? In tweetallen. 
  • Aan de slag!

Aan het einde van deze les...
... heb ik een alinea met een argument tegen voor de kern geschreven voor het betoog over mijn eigen gekozen onderwerp. 

De alinea lever je aan het einde van deze les in. 

Slide 1 - Tekstslide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Een overtuigende tekst schrijven


De opbouw van een betoog:

Inleiding: aandacht trekken + stelling
Middenstuk: 2 alinea's: 1 argument voor én  1 argument tegen
Slot: conclusie en herhaal je stelling/mening
Deze opdracht voer je in tweetallen uit.

Slide 3 - Tekstslide

De opdracht

De overtuigende tekst/het betoog is geschreven voor klasgenoten.

De tekst bestaat uit drie onderdelen: een inleiding met een stelling, een middenstuk met twee alinea’s (1 argument voor, 1 argument tegen), en een slot. Elke alinea heeft een goede opbouw (inleiding, kern, slot) en bevat een kernzin (de belangrijkste zin, die schrijf je als eerste zin).

De lengte is ongeveer 300 woorden. Geef je betoog ook een titel. 

De taalverzorging en grammatica is ruim voldoende.
Gebruik correct Nederlands: werkwoordspelling, hoofdletters, interpunctie (punten, komma’s, etc.).


Slide 4 - Tekstslide

Argumenten
Argumenten zijn redenen waarom je iets vindt. Wat je vindt is jouw mening. 
In een betoog gebruik je argumenten om anderen te overtuigen van jouw mening of standpunt.

👇 Voorbeeld:
Stelling (in de inleiding): wat jij vindt. Dit is jouw mening.
Dierproeven moeten verboden worden.
Argument: waarom jij dat vindt. Want......
Dieren lijden onnodig tijdens proeven.
Uitleg: een argument kun je uitleggen en voorbeelden bij geven. 
Bij veel tests krijgen dieren pijn of raken ze gewond. Dat is zielig en onmenselijk.

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw: het middenstuk
Middenstuk: 2 alinea's met beide een tussenkopje/deelonderwerp

Alinea 1: Een argument vóór dierproeven
→ Leg uit waarom sommige mensen voor dierproeven zijn.
→ Geef een voorbeeld (bijv. nieuwe medicijnen ontdekt dankzij dierproeven).

Alinea 2: Een argument tégen dierproeven
→ Leg uit waarom veel mensen tegen dierproeven zijn.
→ Geef een voorbeeld (bijv. dierenleed).




Slide 6 - Tekstslide

Argumenten voor
🐁 Argumenten vóór dierproeven (met korte uitleg of voorbeeld):

Medicijnen kunnen getest worden voordat mensen ze gebruiken.
 → Zo weten we of ze veilig zijn voor mensen.

Dierproeven helpen bij het vinden van nieuwe behandelingen.
 → Bijvoorbeeld voor ziektes zoals kanker of diabetes.

Wetenschappers leren veel van dierproeven.
 → Ze begrijpen beter hoe het lichaam werkt.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten tegen
🐇 Argumenten tégen dierproeven (met korte uitleg of voorbeeld):

Dieren lijden pijn tijdens de proeven.
→ Ze krijgen vaak dingen toegediend die schadelijk zijn, zoals chemische stoffen.

Dieren hebben ook rechten.
→ Het is niet eerlijk om dieren te gebruiken voor experimenten, alleen omdat ze niet kunnen praten.

Er zijn tegenwoordig andere manieren om te testen.
→ Zoals met computermodellen of proefjes in het laboratorium zonder dieren.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld alinea argument vóór dierproeven


Dierproeven zijn nodig voor medicijnen (tussenkopje/deelonderwerp)
Dierproeven kunnen levens redden (kernzin). Veel medicijnen worden eerst op dieren getest voordat ze op mensen worden gebruikt. Dat is belangrijk, want zo kunnen onderzoekers zien of een medicijn veilig is en werkt. Zonder deze testen zouden mensen veel meer risico lopen. Dankzij dierproeven zijn er bijvoorbeeld medicijnen gekomen tegen ziektes als kanker en diabetes.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld alinea argument tegen dierproeven


Dieren lijden tijdens proeven
Aan de andere kant is het belangrijk om te beseffen dat dieren veel pijn kunnen hebben tijdens deze proeven. Ze krijgen stoffen toegediend die schadelijk kunnen zijn, of worden opgesloten in kleine hokjes. Ze kunnen niet zeggen dat ze pijn hebben, maar ze voelen het wel. Veel mensen vinden daarom dat het niet eerlijk is om dieren zo te behandelen, alleen maar om mensen te helpen.

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
1. Tussenkopje (kopje boven de alinea):
Dierproeven zorgen voor veel dierenleed
➡️ Zo geef je meteen aan dat de alinea een tegenargument bevat.

2. Eerste zin: het hoofdargument (de mening + reden):
Dierproeven zijn wreed, omdat dieren veel pijn lijden.
➡️ Hier staat duidelijk wat de schrijver vindt (dierproeven zijn slecht) én waarom (dieren hebben pijn).

3. Uitleg van het argument:
Tijdens testen krijgen dieren vaak ziektes toegediend of worden ze opgesloten in kleine kooien.
➡️ Dit maakt duidelijker wat het probleem is en ondersteunt het hoofdargument.


Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan
4. Extra informatie:
Dat is zorgelijk, want dieren hebben net als mensen gevoel en kunnen stress en pijn ervaren.
➡️ De schrijver laat hier zien waarom het gebruik van dieren in proeven een probleem is.

5. Voorbeeld dat het argument ondersteunt:
Zo worden er nog steeds cosmetica getest op konijnen, waarbij hun ogen worden blootgesteld aan chemische stoffen.
➡️ Een concreet voorbeeld maakt het argument ster

Slide 12 - Tekstslide

Invuloefening – Alinea vóór dierproeven
Tussenkopje:
Schrijf een tussenkopje/deelonderwerp boven je alinea waarin duidelijk is dat je tegen dierproeven bent.
➡️ Bijvoorbeeld:
Dierproeven veroorzaken onnodig dierenleed

Stap 1 – Schrijf je hoofdargument (mening + reden):
Dierproeven zijn niet goed, omdat ____________________________________________.


Slide 13 - Tekstslide

Invuloefening – Alinea vóór dierproeven
Stap 2 – Leg je argument uit in 1 of 2 zinnen:
Dit betekent dat ___________________________________________________________.
Proefdieren moeten vaak ___________________________________________________.

Stap 3 – Geef extra uitleg:
Ze krijgen bijvoorbeeld stoffen toegediend die __________________________________.
Dit is zielig, want __________________________________________________________.

Stap 4 – Geef een voorbeeld:
Bijvoorbeeld: _____________________________________________________________.
Soms worden er bijvoorbeeld konijnen gebruikt om _______________________________.


Slide 14 - Tekstslide

Eisen middenstuk

Gebruik een duidelijke kernzin per alinea. De kernzin geeft duidelijk het standpunt of argument aan waar de alinea over gaat. Tip: begin met je kernzin. 

Medicijnen kunnen beter getest worden op dieren dan direct op mensen. Door proeven op dieren weten we of een middel werkt en wat de bijwerkingen zijn. Zo worden gevaarlijke stoffen niet zomaar op mensen getest.
👉 Kernzin: Medicijnen kunnen beter getest worden op dieren dan direct op mensen.

Zorg ervoor dat de zinnen in de alinea’s goed op elkaar aansluiten met verbindingswoorden:
als, dus, en, maar, of, omdat, toen, want, ten eerste

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
stap 1: bedenk een hoofdargument tegen en werk de stappen uit. 

stap 2: vraag een ander duo feedback en pas daarna eventueel je eigen alinea aan. 

stap 3: doe de tekst in je dossier en lever in bij de docent.




Slide 16 - Tekstslide

Theorie Kern toepassen
H9 Duidelijke zinnen
H22 De lezer boeien
H57 Mening, argument en feit
H58 Argument beoordelen
H65 Lezer overtuigen-betogende tekst

Slide 17 - Tekstslide

Ben je klaar?
Ga verder met je dossiermap:
1. kies met je duo een onderwerp
2. zoek 2 artikelen over dit onderwerp
3. vul de verwerkingsopdrachten in
4. begin met het schrijfplan
5. schrijf als eerste de inleiding met een stelling
6. schrijf alinea 1 van de kern: een argument voor
7. schrijf alinea 2 van de kern: een argument tegen
8. schrijf een slot


Slide 18 - Tekstslide

Bewaren
Sla je inleiding op in de one-drive. 
Bewaar je dossiermap in de kast in 123 in het vak van jouw klas. 

Slide 19 - Tekstslide