gl 1vwo chap 5 H thuiswerkers

H page 36 

mardi 25 mai
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H page 36 

mardi 25 mai

Slide 1 - Tekstslide

terugkijken
hoe ging het de vorige les? phrases clé
ben je bij met voca en phrases clé leren
wat weet je nog van de passé composé?

Slide 2 - Tekstslide

aujourd'hui: het bijv.nw H p.36

Slide 3 - Tekstslide

H grammatica het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord.
Je leert de bijv. naamwoorden altijd in de mannelijk vorm enkelv.
 Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans kent daarom 4 vormen.
welke?
enkv
meerv
mnl
-
+s
vrl
+e
+es

Slide 4 - Tekstslide

Réviser
Voorbeeld:
Luuk est grand                                              Chantal est grande
Luuk et Tom sont grands                          Chantal et Marie sont grandes
Luuk et Chantal sont grands

En nu jullie....

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

un sac à dos (gris)

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

une robe (vert)

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

les jeans (bleu)

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

une voiture (noir)

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

deux choses (différent)

Slide 10 - Open vraag

En de laatste:
Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:
une fille (embêtant)

Slide 11 - Open vraag

page 37
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -s, dan geen extra -s bij mnl meerv.
Un pull gris => les pulls gris
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -e, dan geen extra -e bij vrl enkv/meerv.
Un pull rouge => une jupe rouge => deux jupes rouges
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -é, dan wel een extra -e bij vrl.
Mon pull préféré => ma jupe préférée => mes jupes préférées

Slide 12 - Tekstslide

Ex 30a,b,d,e maken online
tip: kijk bij welk zelfstandig naamwoord het bijvoeglijk naamwoord hoort en volg dan het schema van page 36

Slide 13 - Tekstslide

exercice 31b en c maken online
zelfde tip: tip: kijk bij welk zelfstandig naamwoord het bijvoeglijk naamwoord hoort en volg dan het schema van page 36
+ regel van groene blok page 37 toepassen
heeft het bijvoeglijk naamwoord als laatste letter een
- s of een -e ?
dan hoeft er geen extra -s (in geval meervoud woord) bij
geen extra -e (in geval vrouwelijk woord) bij

Slide 14 - Tekstslide

page 38: echt onregelmatig
Onregelmatige vormen:

mnl enk
vrl enk
mnl mv
vrl mv
beau
belle
beaux
belles
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 15 - Tekstslide

Ex 32b)
tip: kijk bij welk zelfstandig naamwoord het bijvoeglijk naamwoord hoort en volg dan het schema van page 38
voor deze onregelmatige vormen

Slide 16 - Tekstslide

Ex 32c)
  1. Mes sacs sont bleus.
  2. Les chats sont noirs.
  3. Tes jeans sont beaux.
  4. Nos voisines sont charmantes.
  5. Nous sommes belles.
  6. Vous êtes drôles.

Slide 17 - Tekstslide

Ex 33b)
gaat over het goed gebruik van woordenboek.
gebruik de goede vertaling want sommige woorden in het Nederlands hebben twee betekenissen.
bijv. dag
bijv. haar 
bijv. was
bijv. voor 

Slide 18 - Tekstslide

exercice 34: zoekplaatje
zoek de verschillen en schrijf ze in het Frans op.
gebruik een woordenboek!!

Slide 19 - Tekstslide

Leertips Vocabulaire
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 20 - Tekstslide

les devoirs jeudi 27 mai
leren: grammaire H page 36,37,38 groene blokken
maken: oefening 30,31,32,33,34 en ligne


voor de opdracht met ster: Let op: bij ex 32c moet ALLES in het meervoud. Niet alleen het bijvoeglijk naamwoord, maar ook het zelfstandig naamwoord, het bezittelijk voornaamwoord, het werkwoord, het lidwoord, etc.



Slide 21 - Tekstslide

vooruit kijken 1
week 22: eindtaak inleveren.
kijk op page 44
Je presenteert een persoon. Kies de persoon die je wilt presenteren en vertel:
- zijn naam, leeftijd, woonplaats
- zijn uiterlijk en karakter
- waar hij van houdt en waar hij niet van houdt 
- wat hebben jullie samen gedaan (1x passé composé gebruiken)
ER MOET 1 FOTO BIJ EN JE PRESENTATIE DUURT MINIMAAL 1 MINUUT
 

Slide 22 - Tekstslide

vooruit kijken 2
Het proefwerk van Chapitre 5 is in week 24/25: de laatste afrondingsweek.  De afrondingsweek begint na 16 juni. 

Slide 23 - Tekstslide