Oefen toets 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 en 6.5

Oefenvragen voor de toets
Hierbij wat oefenvragen voor de toets
 6.1, 6.2, 6.3 6.4 en 6.5
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen voor de toets
Hierbij wat oefenvragen voor de toets
 6.1, 6.2, 6.3 6.4 en 6.5

Slide 1 - Tekstslide

44. Het zaadbeginsel is de voorloper van ......... Het vruchtbeginsel is de voorloper van ........
A
Het zaad - de vrucht
B
De stamper - de vrucht
C
De vrucht - het zaad
D
De bloem - het vrucht

Slide 2 - Quizvraag

Appelbomen maken vruchten met zaden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De goede volgorde van de levenscyclus van een plant is:
R3
A
Zaad-kiemplant-volwassen plant-bloem-vrucht-zaad
B
Kiemplant-zaad-volwassen plant-bloem vrucht-zaad
C
Zaad-bloem-vrucht-kiemplant-volwassen plant-zaad
D
Kiemplant-zaad-bloem-vrucht-volwassen plant-zaad

Slide 4 - Quizvraag

De ontwikkeling van een zaad tot een plant en daarna tot vrucht met zaden noem je:
A
levenscirkel
B
metamorfose
C
levenscyclus
D
groei

Slide 5 - Quizvraag

vruchten en zaden kunnen worden verspreid door?
A
dieren, wind, insecten,water
B
dieren,wind,water,plant zelf
C
plant zelf, dieren, water ,insecten
D
insecten,wind , plant zelf,

Slide 6 - Quizvraag

Uitwerpselen van dieren zorgen voor de verspreiding van zaden en vruchten????
Hoe kan dat nou?
A
Zaden worden niet verteerd dus gaan met het poep het lichaam weer uit.
B
Uitwerpselen van dieren zijn heel erg goed voor de grond ( vruchtbaar)

Slide 7 - Quizvraag

Is de onderstaande bewering juist of onjuist?
Uit een zaadplant ontstaan na bestuiving zaden en vruchten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

2. Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 9 - Quizvraag

Uit een vruchtbeginsel kan een zaad en meerdere vruchten groeien.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Met welk onderdeel zat het zaad vast aan de vrucht?
A
Navel
B
Poortje
C
Hartvormig bultje
D
Zaadhuid

Slide 11 - Quizvraag

Welke vruchten/zaden kun je eten?
A
mais, sinaasappel, zaadpluis
B
sinaasappel, banaan, bruine bonen
C
zaadpluis, appel, pinda's
D
sperziebonen, kiwi's, kousenband

Slide 12 - Quizvraag

Bloemen hebben stempel en meeldraden in de bloem zitten
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen

Slide 13 - Quizvraag

Deze bloem heeft....
A
Alleen maar stampers
B
Alleen maar meeldraden
C
Meeldraden en een stamper
D
Geen meeldraden en ook geen stampers

Slide 14 - Quizvraag

Welke bestuiving is dit?
van bloem naar bloem van dezelfde plant
A
geen bestuiving mogelijk
B
kruisbestuiving
C
zelfbestuiving
D
weet niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze bloem is een ...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
-
D
-

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 17 - Quizvraag


Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 18 - Quizvraag

Kijk naar deze bloem, welk geslacht heeft deze bloem?
A
Beide (man en vrouw)
B
man
C
vrouw
D
Geen geslacht

Slide 19 - Quizvraag

Als een bloem een stamper heeft en geen meeldraden. Is dit dan een mannelijke bloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Welke bloem is,
of welke bloemen zijn
een insectenbloem?


A
bloemen van plant 1
B
bloemen van plant 1 en 2
C
bloemen van plant 1 en 2 en 3
D
geen van de bloemen

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 22 - Quizvraag

Deze bloem is...
A
Tweeslachtig
B
Vrouwelijk
C
Mannelijk

Slide 23 - Quizvraag

Als een bloem alleen meeldraden heeft, is dit dan een mannelijke bloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Welk cijfer geeft
kruisbestuiving aan?
A
4
B
8
C
2
D
1 en 4

Slide 25 - Quizvraag

Wat is kruisbestuiving?
A
Bestuiving van een meeldraad naar de stamper ernaast.
B
Bestuiving van een bloem van een andere plant
C
Bestuiving van een meeldraad naar een andere bloem.
D
Niet-rechtlijnige bestuiving

Slide 26 - Quizvraag

Is 3 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 27 - Quizvraag

Kruisbestuiving vind plaats bij route
A
1
B
2
C
1 en 2
D
1,2 en 3

Slide 28 - Quizvraag

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 29 - Quizvraag

Dit zijn de onderdelen van een bloem. Benoem nummer 2
A
stamper
B
meeldraad
C
nectarklier
D
kroonblad

Slide 30 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. Je ziet een bloem. Hoe heet onderdeel P?
A
Kroonblad
B
Kelkblad
C
Bloemsteel

Slide 31 - Quizvraag

Welk onderdeel van een bloem lokt insecten aan?
A
Meeldraden
B
Kelkbladeren
C
Kroonbladeren
D
Stamper

Slide 32 - Quizvraag

vanuit welk onderdeel
van de bloem groeit dit?
A
Eicel
B
Zaadbeginsel
C
Stuifmeelkorrel
D
Vruchtbeginsel

Slide 33 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Welk onderdeel van een bloem is onderdeel 1?
A
Bloemkelk
B
Bloemkroon
C
Stamper
D
Stempel

Slide 34 - Quizvraag

Uit welk onderdeel van de bloem komt de peper?
A
Stempel
B
Vruchtbeginsel
C
Kroonblad
D
Meeldraad

Slide 35 - Quizvraag

Welke onderdelen van een bloem hebben vaak mooie, opvallende kleuren?
A
De kelkbladeren
B
De stamper
C
De kroonbladeren
D
De meeldraden

Slide 36 - Quizvraag


Hoe heet nummer 5
Heb je deze vraag fout? oefen dan eerst nog de onderdelen van de bloem voor je verder gaat!!
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel

Slide 37 - Quizvraag


Hoe heet nummer 2?
Heb je deze vraag fout? oefen dan eerst nog de onderdelen van de bloem voor je verder gaat!!
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 38 - Quizvraag

Hoe heet deel 1?
Heb je deze vraag fout? oefen dan eerst nog de onderdelen van de bloem voor je verder gaat!!
A
stempel
B
stamper
C
vruchtbeginsel
D
stijl

Slide 39 - Quizvraag