Klas 2 Muzikale lagen / bezetting

Bezetting + muzikale lagen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bezetting + muzikale lagen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek
P 4
Les 4
Benodigdheden:
Ipad + werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Muzikale lagen
  • Bandproject (invulling proces)
Agenda
Doel: Aan het einde van deze les (her) ken je het verschil tussen de verschillende muzikale lagen.

Ik kan de basis spelen van mijn instrument

Slide 3 - Tekstslide

Energizer:
- Schoot - Klap - Naam (duim rechter schouder)
- Idem + Naam andere student (duim linkerschouder)

2)
- Ik ben Bert en woon in Bulgarije en verkoop Bananen
(drie keer B)
- Werkvorm opdracht 1 maar dan met bijv. landen of verkoopwaar

Bezetting
Bezetting is een ander woord voor instrumentatie. Oftewel: welke instrumenten meespelen in het stuk / het nummer. 

Alleen = solo
Tweetal = duet
Iedereen = tutti 

Wat is de 'standaard' bezetting van een rockband? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standaard bezetting in rock muziek bestaat uit elektrische gitaar, basgitaar, drums en zang. De basgitaar lijkt op een gewone gitaar maar heeft maar 4 snaren en klinkt veel lager. 

De standaardbezetting in een rock- / popband bestaat uit:

  • elektrische gitaar 
  • basgitaar 
  • drums
  • zang (niet vergeten!)
  • toetsen (keyboard / synthesizer)

Deze bezetting wordt vaak aangevuld met andere instrumenten, zoals strijkers en / of blazers.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikale lagen
De instrumenten hebben allemaal en ander functie. Dat noemen we de muzikale laag. De meest voorkomende lagen zijn:

Melodie
Akkoorden
Bas
Ritme
Tegenstem

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikale lagen
  • Melodielaag: in popmuziek meestal zang 
  • Akkoordenlaag: 3 of meer tonen tegelijk  (piano, gitaar, etc.)
  • Baslaag: lage tonen (meestal basgitaar)
  • Ritmelaag:  drumstel, trommels (geen toonhoogte)
  • Tegenmelodie/ tegenstemmenlaag: achtergrondkoor of 2e melodie door zang/instrument

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melodie
Tegen-
stemmen
Akkoorden
Bas
Ritme

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

?
?
?
?
?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

melodie
akkoorden
bas
Ritme
tegen-melodie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikale lagen herkennen
Melodielaag: verschillende toonhoogtes, soms tekst
Akkoordenlaag: 3 of meer tonen boven elkaar
Baslaag: f-sleutel, weinig variatie
Ritmelaag: twee streepjes als sleutel, kruisjes
Tegenmelodie/ tegenstemmenlaag: zelfde kenmerken als melodie, maar anders dan de hoofdmelodie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Akkoorden
Ritme
Melodie
Bas

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke muzikale lagen
hoor je in Afterglow van
Ed Sheeran?
A
Bas + akkoorden + Tegenmelodie
B
Akkoorden + Melodie + Tegenmelodie
C
Melodie + ritme
D
Akkoorden + Melodie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 muzikale lagen hoor je?
Zet ze in de goede volgorde.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de Tegenstem?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de Tegenstem?
                                                                   De tegenstem wordt gezongen en heeft                                                   hetzelfde ritme als de melodie.  
                               De toonhoogte is iets lager.

                                                                 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de Tegenstem?
                                                                   De tegenstem wordt gezongen en heeft                                                   hetzelfde ritme als de melodie.  
                               De toonhoogte is iets lager.

                                                                 De tegenstem wordt gezongen en heeft een                                                                 ander ritme dan de melodie. Ze zingen iets  heel anders.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:12
Welke 2 lagen speelt de piano?
A
Bas en melodie
B
Melodie en akkoorden
C
Akkoorden en bas
D
Melodie en tegenstem

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:26
Welke twee lagen zijn erbij gekomen?
A
melodie en tegenstem
B
melodie en ritme
C
ritme en akkoorden
D
ritme en tegenstem

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:51
Luister nog een keer vanaf het begin.

1. Wat gebeurt er met de baslaag halverwege het intro?
2. Welke laag komt erbij in het pre-chorus?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klaar! 
Hieronder een quiz 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als er gezongen wordt is dat meestal de:
A
Melodielaag
B
Akkoordenlaag
C
Baslaag
D
Ritmelaag

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lage tonen horen meestal bij de:
A
Melodielaag
B
Akkoordenlaag
C
Baslaag
D
Ritmelaag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Akkoorden kan je spelen op:
A
Drums
B
Keyboard
C
Gitaar
D
Basgitaar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een slaginstrument
hoort spelen is dat (meestal) de:
A
Melodielaag
B
Akkoordenlaag
C
Baslaag
D
Ritmelaag

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er sprake is van een 2e melodie/stem (bijvoorbeeld door een achtergrondkoortje) is dat de:
A
Melodie
B
Tegenstemmenlaag/ Tegenmelodie
C
Akkoordenlaag
D
Baslaag

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een drumstel kan je een melodie spelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een baslaag hoor je maar 1 toon tegelijk:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies