Spelling H5 - hoofdletters en aanhalingstekens

Spelling H5 - hoofdletters en aanhalingstekens

10 minuutjes lezen.
Oefenen.
Aan de slag!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling H5 - hoofdletters en aanhalingstekens

10 minuutjes lezen.
Oefenen.
Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 2 - Woordweb

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. Maar let op:
    's Avonds ga ik altijd een stukje wandelen.
    11 carnavalsvierders waren verkleed als Disneyfiguur. 

  • Bij eigennamen 
    (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace)

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid (Belgische bonbons, Portugese wijn, Nederlandse traditie). 

Slide 4 - Tekstslide

Let op bij namen:
  • Ernst van de Heuvel
  • de heer E. van de Heuvel
  • de heer Van de Heuvel

De eerste letter schrijf je dus altijd met een hoofdletter. Soms is dat dus ook een voorvoegsel. 

Slide 5 - Tekstslide

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)
  • Windstreken (het oosten, zuidwest)
  • Namen van seizoenen, maanden en periodes (herfst, maart, de ijstijd). 





Slide 6 - Tekstslide

Wat is juist?
A
'S avonds
B
's Avonds

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Middeleeuwen
B
middeleeuwen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Belgische bonbons
B
belgische bonbons

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
A
christendom
B
Christendom

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mevrouw Van den Berg
B
Mevrouw van den Berg

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 12 - Woordweb

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.
  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten of indirecte reden:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
  2. De heer Van Engelen vroeg aan een voorbijganger of ....
 

Slide 13 - Tekstslide

Aanhalingstekens
  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 14 - Tekstslide

De man fluisterde: 'Ik kan niet meer'.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn verkeerd geschreven.

Slide 15 - Quizvraag

Lisa zegt: 'Nee Jolien, dat noem je citeren.'
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord barbecue.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Ik vroeg haar: weet je wat het huiswerk was?
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak van Spelling H5 - Hoofdletters en aanhalingstekens de opdrachten die je online tegenkomt. Je begint dus bij de startopdracht!

Slide 19 - Tekstslide