Bs5 Geleedpotigen en gewervelden

Geleedpotigen en gewervelden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg basisstof 4.5
Opdrachten maken 4.5
Bespreken opdr 1 en 3
Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.

  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 3 - Tekstslide

Geleedpotigen         de grootste!!




Ongeveer 1 miljoen van de ruim 1,3 miljoen nog bestaande diersoorten zijn geleedpotigen.

Slide 4 - Tekstslide

Geleedpotigen
Indeling in vier groepen:
  •  veelpotigen
  • kreeftachtigen
  • spinachtigen (gifkakigen)
  • insecten (zespotigen)

Slide 5 - Tekstslide

Gelede poten
Poten zijn opgebouwd uit stukjes:
de leden

Slide 6 - Tekstslide

Gesegmenteerd lichaam
Het lichaam van geleedpotigen zijn opgebouwd uit stukjes.
- Meestal alleen het achterlijf
- Bij veelpotigen het hele lijf 

Slide 7 - Tekstslide

duizendpoten

Slide 8 - Tekstslide

kreeftachtigen

Slide 9 - Tekstslide

spinachtigen

Slide 10 - Tekstslide

insecten

Slide 11 - Tekstslide

GEWERVELDEN

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
Huid: schubben, slijm, veren, haren
Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
Ademhaling: kieuwen of longen
Voortplanting: soort eieren of levendbarende kinderen
Milieu: land, water, lucht

Slide 13 - Tekstslide

5 Klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

   Uitzonderingen

Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak van thema 4.5
De volgende opdrachten:
1 t/m 7 
Bespreken
1&3
Dan quiz

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Maak een foto van jouw antwoord op vraag 1 (blz 278)!

Slide 21 - Open vraag

Hoe noem je de stevige delen van een dier?
A
De huid.
B
De eieren.
C
De wervelkolom.
D
Het skelet.

Slide 22 - Quizvraag

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 23 - Quizvraag

Het dier in afbeelding 1 heeft een wervelkolom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag


Hier zie je een geleedpotige. Wat weet je over dit dier?
A
Het dier heeft een inwendig skelet.
B
Het dier heeft een uitwendig skelet.
C
Het dier heeft geen skelet.

Slide 25 - Quizvraag


Een nijlpaard is een zoogdier. Welk kenmerk van zoogdieren bezit het nijlpaard niet?
A
longen
B
wervelkolom
C
huid met haren
D
levendbarend

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een zoogdier?
A
Dieren die eieren leggen
B
Vogels
C
Dieren die melk geven
D
Reptielen en amfibieën

Slide 27 - Quizvraag


De kiwi is een (loop)vogel. Welk kenmerk van vogels bezit de kiwi niet?
A
leeft niet in de lucht
B
koudbloedig
C
legt eieren
D
huid met droge schubben

Slide 28 - Quizvraag

Voor gewervelden geldt:
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Asymmetrisch met skelet
D
Asymmetrisch zonder skelet

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video