H7 krachten

programma 
so vrijdag ? 
een herhaling van §1 t/m §4 ?
les par. 6 krachten optellen
het bepalen en tekenen van somkracht/netto kracht/resultante
huiswerk blz. 248 en 249: opgave 70, 71, 72, 73, 74, 75
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

programma 
so vrijdag ? 
een herhaling van §1 t/m §4 ?
les par. 6 krachten optellen
het bepalen en tekenen van somkracht/netto kracht/resultante
huiswerk blz. 248 en 249: opgave 70, 71, 72, 73, 74, 75

Slide 1 - Tekstslide

succes met de toets! 

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor soort vorm verandering?
A
Plastisch
B
Elastisch

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort vorm verandering?
A
Plastisch
B
Elastisch
C
onrekbaar
D
thermische vervorming

Slide 4 - Quizvraag

Wat word er veranderd?
A
Snelheid
B
Vorm
C
Richting
D
Alle drie

Slide 5 - Quizvraag

Wat heb je nodig om een kracht te tekenen op een voorwerp?
A
De richting van de kracht
B
Een krachtenschaal
C
De grootte van de kracht
D
Alles wat er al staat

Slide 6 - Quizvraag

Om een kracht te tekenen heb je een krachtenschaal nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet...?
A
Wrijvings- kracht
B
Zwaarte- kracht
C
Gravitatie- kracht
D
Span- kracht

Slide 8 - Quizvraag

Welke kracht kun je zien
A
Zwaarte kracht
B
Veerkracht
C
Beide zijn goed
D
Beide zijn fout

Slide 9 - Quizvraag

Als de zwaarte kracht 10N is hoe
groot is dan de normaal kracht?
A
10N
B
100N
C
1N
D
0,1N

Slide 10 - Quizvraag

Welke formule is niet goed?
A
F = m x g
B
g = m/F
C
m = F/g
D
g=F/m

Slide 11 - Quizvraag

V2) De gewichtheffer heeft een massa van 150 kg. De gravitatieconstante is 9,8 m/s .
Bereken de zwaartekracht die werkt op de
gewichtheffer.
2
A
1470 N
B
15,3 N
C
159,8 N
D
kan je met deze gegevens niet berekenen

Slide 12 - Quizvraag

wat is de meest geschikte krachtenschaal om een kracht van 35 N te tekenen?
A
1cm=1N
B
1cm=10N
C
1cm=35N
D
1cm=70N

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lang word de pijl als je een kracht van 150 N wil tekenen? neem aan 1cm=50N
A
6 cm
B
3,3 cm
C
3 cm
D
0,33 cm

Slide 14 - Quizvraag

De valversnelling "g" op Mars is 3,7 N/kg. Hoe groot is de zwaartekracht die Mars op een zonnebril van 20 g uitoefent?
A
7,4 N
B
0,74 N
C
0,074 N
D
0,0074 N

Slide 15 - Quizvraag

De valversnelling "g " van de maan is 1,65 N/kg, bijna 6 keer kleiner dan op de aarde. De massa van een astronaut op de maan
A
blijft gelijk als op de aarde.
B
wordt zes keer kleiner dan op de aarde.
C
1,65 keer kleiner dan op de aarde
D
1,65 keer groter dan op de aarde

Slide 16 - Quizvraag

De aardse weegschalen werken goed op de maan.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Veerconstante
  • Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.

  • Welke veer is het stugst, zie de volgende dia

Slide 18 - Tekstslide

De veerconstante kort je af met de letter....
A
Fv
B
C
C
U
D
V

Slide 19 - Quizvraag

Voor welke grootheid staat het symbool C ?
A
kracht
B
massa
C
veerconstante
D
uitrekking

Slide 20 - Quizvraag

welke veer is het stugst?
A
veer C met rode kleur
B
veer D met blauwe kleur
C
geen van beide

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de eenheid van de veerconstante?
A
N
B
Nm
C
N/m
D
m

Slide 22 - Quizvraag

Reken C=1 N/cm om in N/m
A
0,1 N/m
B
10 N/m
C
100 N/m
D
0,01 N/m

Slide 23 - Quizvraag

Bereken de veerconstante:
 tijd=2 min. 
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen en noteer je antwoorden in je schrift

Noteer de formule om de veerconstante uit te rekenen.
neem aan g=10N/kg
Bereken de veerconstante, zie volgende dia

Slide 24 - Tekstslide

de veerconstante bij de vorige dia is
A
10 N/cm
B
1 N/cm
C
0,1 N/cm
D
0,01 N/cm

Slide 25 - Quizvraag

veerconstante diagram tekenen
Teken het diagram met de gegevens

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de veerconstante in N/cm van veer 2?

Slide 28 - Open vraag

Krachten samenstellen
  • Soms heb je krachten die in verschillende richtingen werken.
  • Om dan de resultante te vinden moet je de krachten samenstellen. (kop-staart methode)
  • De grootte en richting van de pijlen zijn hierbij belangrijk.

    Slide 29 - Tekstslide

    Resultante kracht
    De optelsom van alle krachten samen.
    Ook wel genoemd: resulterende kracht, netto kracht of somkracht.
    (Fr)

    Slide 30 - Tekstslide

     Resulterende kracht
    • Bij krachten die onder een hoek met elkaar staan, moet je de parallellogrammethode of de kop,staart-methode (blz 152) gebruiken. Deze krachten mag je NOOIT optellen of aftrekken!
    • Je kunt bij krachten die onder een hoek van 90 graden met elkaar staan ook de resulterende kracht berekenen met de stelling van pythagoras.

    Slide 31 - Tekstslide

    Slide 32 - Link