20. opdracht 4 onderzoeksartikel

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Theorie werkwoordspelling
2   Het onderzoeksartikel
3.  En actie
4.   Volgende week

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Theorie werkwoordspelling
2   Het onderzoeksartikel
3.  En actie
4.   Volgende week

Slide 1 - Tekstslide

Wat onder werkwoordspelling valt:

persoonsvorm tegenwoordige tijd:                       nu begrijp ik het
persoonsvorm verleden tijd:                                       vroeger begreep ik het
voltooid deelwoord:                                                       ik heb het begrepen
onvoltooid deelwoord:                                                  begrijpend knikte ik
gebiedende wijs:                                                            begrijp dat dan!
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:    de begrijpende student

Slide 2 - Tekstslide

STAP 1
Wat doe je eerst bij werkwoordspelling? 

Stap 1: je zet de zin in een andere tijd en vindt daardoor de ... 




                                                       Volgende slide: quizvragen hierover

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in:

Wie dit leest

Slide 4 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in:

Betekent dit dat?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in:

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie

Slide 6 - Open vraag

Antwoorden
Wie dit leest ► de pv is: 
  • leest

Betekent dit dat? ► de pv is: 
  • betekent

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie ► de pv is:   
  • wordt

Slide 7 - Tekstslide

STAP 2
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 


Stap 2: je zoekt het hele werkwoord (het infinitief) van de pv.

Let op scheidbare werkwoorden (indienen, bijvoeren)
                 
                                                       Volgende slide: quizvragen hierover



Slide 8 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Wie dit leest

Slide 9 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Betekent dit dat?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie

Slide 11 - Open vraag

Antwoorden
Wie dit leest ► het hele ww van de pv is: 
  • lezen

Betekent dit dat? ► het hele ww van de pv is: 
  • betekenen

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie ► het hele ww van de pv:  
  • worden

Slide 12 - Tekstslide

STAP 3
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

Stap 3: je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord van de persoonsvorm. Dat is je basis. 


                                               Volgende slide: quizvragen over de stam








Slide 13 - Tekstslide

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Wie dit leest

Slide 14 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Betekent dit dat?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie

Slide 16 - Open vraag

Antwoorden
Wie dit leest ► de stam van de pv is: 
  • lez (-en)  De ik-vorm is ...

Betekent dit dat? ► de stam van de pv is: 
  • beteken (-en) De ik-vorm is ...

Deze oplossing wordt gebruikt in de auto-industrie de stam van de pv is: 
  • word (-en) De ik-vorm is ...

Slide 17 - Tekstslide

ONTHOUDEN
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.
(stap 3) Je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord. 

Onthoud dat het Nederlands gebaseerd is op klanken: 
Knippen - de stam 'knipp' wordt de ik-vorm knip
Slagen - de stam 'slag' wordt de ik-vorm slaag
Vinden - de stam 'vind' is hetzelfde als de ik-vorm: vind.








Slide 18 - Tekstslide

OVERZICHT
► dinsdag 05 maart: het onderzoeksartikel
dinsdag 12 maart: het formulier en een begeleidende e-mail
dinsdag 19 maart: het betoog
dinsdag 26 maart: de reflectie
dinsdag 2 april: je controleert jouw verslag met behulp van opdracht 8, lever daarna jouw Schrijfdossier in via CumLaude. 

Deadline dinsdag 2 april, 22:00 uur. Pas op: dit is een serieuze deadline. Een echte. 


Slide 19 - Tekstslide

2. het onderzoeksartikel
Het gaat er bij een onderzoeksartikel om dat je gegevens interpreteert en in verhalende vorm opschrijft. Dus niet letterlijk overnemen wat er in de grafieken enz. staat. 

Volg de richtlijnen in het Schrijfdossier en haal daar de informatie (grafieken, tabellen) uit om jouw onderzoeksartikel te schrijven. 

LESDOELEN
- je kent de taalconventies van een artikel
- je weet waar '5 W's en 1 H' voor staan

Slide 20 - Tekstslide

het artikel
Tekstsoort: informatief. 
Tekstdoel: informeren. 

Titel?
inleiding
kern - altijd in alinea's
slot
Afsluiting?

Slide 21 - Tekstslide

3. Aan de slag
Schrijf een onderzoeksartikel aan de hand van de informatie uit het Schrijfdossier. 

Neem jouw schrijfproduct op in je Schrijfdossier als opdracht 4. 

Slide 22 - Tekstslide

4. VOLGENDE WEEK
... krijg je les over de zakelijke, de formele e-mail en ga je deze schrijven als begeleidende e-mail bij een (ingevuld) formulier.  

Lees alvast deze opdracht door in het Schrijfdossier.  

Slide 23 - Tekstslide

Na het Schrijfdossier
Bouwsteen 04. dinsdag 9 + 16 april ►Samenhang (signaalwoorden)
- dinsdag 16 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Luna, Wendy, Leon en Simon
► Weet je al wat je gaat doen? Mail mij jouw besluit!

Bouwsteen 05. dinsdag 23 april + 7 mei ►Hoofd- en bijzaken
- dinsdag 7 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.
Wie hoeven deze bouwsteen niet te doen: Emma, Luna, Floor, Wendy, Sabine, Scott, Randy, Simon, Quint. 
► Ook hier geldt: mij mailen. 

Slide 24 - Tekstslide

Bouwsteen 06. dinsdag 14 + 21 mei ► Informatie en meningen
- dinsdag 21 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06. 
Niet: Emma, Sabine, Leon, Scott, Randy en Simon.

Bouwsteen 07. dinsdag 28 mei + 4 juni ► Evalueren
- dinsdag 4 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.
Niet: Leon en Jesse.

Slide 25 - Tekstslide

Bouwsteen 08.  dinsdag 11 + dinsdag 18 juni ► Samenvatten
- dinsdag 18 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.

Eindtoets Bouwstenen.  dinsdag 25 juni
- dinsdag 25 juni het eerste lesuur Nederlands.

Over: zeven lesuren in totaal, dinsdag 25 juni (het 2e uur), dinsdag 2 juli, 9 juli en 16 juli. In die uren ga je toetsen inhalen en vereisten afronden. 

Slide 26 - Tekstslide

INFORMATIE OVER DE NULMETING
Voorbeeld:  Bouwsteen 4 is grijs bij jou. 
Dan kan je drie dingen doen: 

1. zelfstandig in het voren werken aan een blauwe Bouwsteen.
2. aan Nederlands werken tijdens Nederlands.
3. je bent vrij van Nederlands voor de duur van de Bouwsteen die bij jou grijs is. 

Wanneer dat is? Wanneer die Bouwsteen klassikaal besproken wordt! 

Slide 27 - Tekstslide

OVERZICHT NEDERLANDS
De komende weken gaan we bezig met de opdrachten uit het Schrijfdossier (zie de volgende slide voor een overzicht)

Daarna gaan we klassikaal verder met Bouwsteen 04, daarna Bouwsteen 05, enz. 
We doen drie lesuren over één Bouwsteen. Het vierde lesuur heb je de Bouwsteentoets over die Bouwsteen. 

Eén Bouwsteen duurt dus twee lesweken. 

Slide 28 - Tekstslide