oefenen H5 rechtsstaat

proeftoets H5 rechtsstaat
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

proeftoets H5 rechtsstaat

Slide 1 - Tekstslide

In een rechtsstaat:
A
hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
B
hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
C
hebben burgers rechten en de overheid plichten.
D
hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 5.
Geef van de volgende maatregelen aan of ze horen bij repressie of preventie
Repressie
Preventie
Lik-op-stuk beleid
Camera toezicht in winkels

Slide 3 - Sleepvraag

Overtreding of misdrijf?
Overtreding
Misdrijf
Relatief licht strafbaar feit
Ernstige overtreding

Slide 4 - Sleepvraag


De belangrijkste rechten en plichten van burgers staan in de ......
Door die grondwet werd Nederland een staat waar iedereen zich aan de wet moet houden, een ........
rechten die in de grondwet staan
grondwet
rechtsstaat
grondrechten

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is het legaliteitsbeginsel?
A
Naast rechten hebben we ook plichten.
B
Je kan niet twee keer worden vervolgd.
C
Iets is alleen strafbaar als het in de wet staat.
D
De overheid kan ook strafbaar zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een dictatuur?
A
Een land waar één persoon de absolute macht heeft.
B
Een land waar een gekozen leider de absolute macht heeft.
C
Een land waar een gekozen parlement de macht heeft.

Slide 7 - Quizvraag

Wat kan de officier van justitie NIET ?
A
Seponeren
B
Schikken ( Een boete geven )
C
Een vonnis uitbrengen
D
Voor de rechter slepen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de drie onderdelen van de Trias Politica?
Wat zijn de drie onderdelen van de Trias Politica?

Slide 9 - Open vraag

Politie
Officier van justitie
Maakt een proces-verbaal.
Kan kiezen voor vervolging
Arresteert de verdachte.
Te weinig bewijs dus, seponeren

Slide 10 - Sleepvraag

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 11 - Quizvraag

Wie worden naar Halt gestuurd?
A
jongeren tot 18 jaar die een licht misdrijf plegen
B
alle mensen die een overtreding begaan
C
alle daders van lichte misdrijven

Slide 12 - Quizvraag

Het voordeel van Halt is ....?
A
Je ouders weten het niet
B
Je krijgt geen strafblad
C
Je krijgt geen straf

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GEEN doel van straffen?
A
Vergelding en wraak
B
Veiligheid
C
gedrag verbeteren
D
Modernisatie

Slide 14 - Quizvraag

In welk voorbeeld is er sprake van strafbaar gedrag?
A
Voordringen bij de kassa
B
Door rood rijden
C
Hardop muziek luisteren in de bus
D
Niet opstaan voor een invalide persoon.

Slide 15 - Quizvraag

Een verdachte
A
heeft altijd iets strafbaars gedaan
B
heeft geen rechten
C
wordt altijd veroordeeld
D
is misschien schuldig

Slide 16 - Quizvraag

Officier 
van
justitie
Rechter
Verdachte
Advocaat
Ik word verdacht van mishandeling.
Ik vertel waar de verdachte van wordt beschuldigd.
Ik verdedig de verdachte zo goed mogelijk.
Ik beslis of de verdachte schuldig is.

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de vereisten voor TBS?
A
Een persoon moet een ernstig misdrijf hebben gepleegd.
B
Een persoon moet jonger dan 18 jaar zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van TBS?
A
genoegdoening voor het slachtoffer
B
heropvoeden
C
wraak

Slide 20 - Quizvraag

 Koppel de begrippen
Criminaliteit hard aanpakken 
Crimininaliteit voorkomen. 

Repressie 
Preventie 

Slide 21 - Sleepvraag

Even ophalen: Wat zijn kenmerken van een dictatuur?
Kenmerken van een dictatuur

Geen kenmerken van een dictatuur
Geen persvrijheid
Individuele vrijheid
als enige de macht 
Één partij
Vrije economie
Alles voor de leider 

Slide 22 - Sleepvraag

Wat zijn grondrechten?
A
Regels voor hoe politie moet werken
B
Straffen voor mensen die wetten breken
C
Belangrijke rechten en vrijheden voor alle mensen
D
Regels voor sporten en spelletjes

Slide 23 - Quizvraag

Welke taak hoort bij de wetgevende macht?
A
Wetten uitvoeren en handhaven
B
Wetten maken en goedkeuren
C
Boetes geven aan burgers
D
Rechters aanwijzen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de taak van de rechterlijke macht?
A
Politieke plannen maken
B
Belasting innen voor de overheid
C
Nieuwe wetten bedenken
D
Controleren of wetten eerlijk worden toegepast

Slide 25 - Quizvraag