Examencriteria

'Nieuwe medewerker begeleiden'
Examencriteria
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 7 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

'Nieuwe medewerker begeleiden'
Examencriteria

Slide 1 - Tekstslide

1. Onderbouwt hoe zij de begeleidingsbehoefte heeft vastgesteld
Wat is begeleidingsbehoefte?
Gaat verder dan alleen het onderwerp waarmee je je nieuwe medewerker gaat helpen.

  • Wat is de begeleidingsbehoefte van jouw nieuwe medewerker?
  • Wat heb jij gedaan om achter de begeleidingsbehoefte van de nieuwe medewerker te komen? 
  • Kon de nieuwe medewerker zelf aangeven wat zijn begeleidingsbehoefte is?
  • Als de nieuwe medewerker hier moeite mee had, hoe heb jij geprobeerd te onderzoeken?
  • Is de begeleidingsbehoefte hetzelfde gebleven of is die veranderd? 
  • Welke afspraken heb je gemaakt over de begeleidingsbehoefte van de nieuwe medewerker?
  • Hoe vind je dat je dit hebt gedaan en had dit misschien ook anders gekund?

Slide 2 - Tekstslide

2. Onderbouwt hoe zij de begeleiding heeft afgestemd op de vastgestelde begeleidingsbehoefte;
  • Wat is de begeleidingsbehoefte van de nieuwe medewerker? 
  • Welke manier van begeleiden laat jij zien?
  • Waarom heb je voor deze manier gekozen?
  • Waarom past deze manier van begeleiden wel/niet bij jou?
  • Waarom past deze manier van begeleiden wel bij de nieuwe medewerker?
  • Hoe vind je dat je dit hebt gedaan en had dit misschien ook anders gekund?

Slide 3 - Tekstslide

3. Onderbouwt op welke wijze haar instructies een bijdrage hebben geleverd aan het behalen van de leerdoelen van de nieuwe medewerker;
  • Wat is een instructie?

  • Welke leerdoelen heb je samen opgesteld? 
  • Hoe hebben jullie bedacht om aan deze leerdoelen te gaan werken?
  • Welke instructies heb jij gegeven aan de nieuwe medewerker?
  • Waarom heb je voor deze instructies gekozen?
  • Heeft de instructie een bijdrage gehad aan het behalen van een leerdoel?
  • Hoe vind je dat je dit hebt gedaan en had dit misschien ook anders gekund?

Slide 4 - Tekstslide

4. Onderbouwt hoe zij adequaat heeft gereageerd op non-verbale signalen en uitingen van de nieuwe medewerker;
Wat zijn non-verbale uitingen?
Wat is adequaat reageren?

  • Welke non-verbale signalen heb jij opvangen bij je nieuwe medewerker?
  • Hoe heb je hier op gereageerd? 
  • Welke feedback heb je gegeven?
  • Hoe reageerde de nieuwe medewerker hier op?
  • In hoeverre was je reactie adequaat? 

Slide 5 - Tekstslide

5. Onderbouwt hoe zij de nieuwe medewerker heeft gestimuleerd tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen.
  • Wees nieuwsgierig en vraag door zonder te oordelen!

  • Welke eigen opvattingen of ideeën heeft de nieuwe medewerker ingebracht?
  • Hoe heb jij ervoor gezorgd dat de nieuwe medewerker dat heeft gedaan? 
  • Hoe heb jij de nieuwe medewerker gestimuleerd tot stellen van vragen?
  • Hoe vind je dat je dit hebt gedaan en had dit misschien ook anders gekund?

Slide 6 - Tekstslide

6. Onderbouwt op welke wijze zij feedback heeft gegeven om het leerproces van de nieuwe medewerker te bevorderen;
  • Maak gebruik van de feedbackregels

  • Welke feedback heb jij de nieuwe medewerker gegeven?
  • Was dit positieve feedback of opbouwende feedback?
  • Welke feedbackregels kwamen hierbij kijken?
  • In hoeverre heeft jouw feedback de nieuwe medewerker geholpen in zijn leerproces?
  • Hoe vind je dat je dit hebt gedaan en had dit misschien ook anders gekund?

Slide 7 - Tekstslide