examen klas 4G
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je gedaan in de vakantie? Noem 1 activiteit!
Slide 2 - Woordweb
Tijdens de vakantie heb ik ..... aan mijn examens gewerkt
A
Elke dag
B
om de dag
C
wanneer ik zin had
D
weinig tot niet
Slide 3 - Quizvraag
Mijn eerste examen is...
A
vrijdag -Engels
B
dinsdag- wiskunde
C
maandag - Nederlands
Slide 4 - Quizvraag
Het makkelijkste examen lijkt mij.... (noem een vak)
Slide 5 - Woordweb
Het moeilijkste examen lijkt mij ...
Slide 6 - Open vraag
Ik heb een examen Nederlands en ik neem mee:
A
Een gebraden kip, mijn woordenboek en een roze pen
B
Een krakend zakje chips, cola en mijn telefoon in mijn broekzak op vliegtuigstand.
C
Een flesje water, een pen, een reserve-pen, een woordenboek en wat snoepjes
D
Een spiekbriefje en ik houd mijn smartwatch om
Slide 7 - Quizvraag
Stel dat je examen om 14.30 uur start dan ben je er om:
A
maakt niet uit toch, je mag ook aan half uur later starten, ik red het wel
B
14.30 uur precies
C
Al in de ochtend
D
Een kwartier voor de start
Slide 8 - Quizvraag
Op de dag van het examen....
A
... ga ik niet meer leren, maar ontspannen
B
...begin ik met leren, dat is vroeg genoeg!
C
... leer ik het laatste hoofdstuk
D
... heb ik alles al geleerd, maar ik neem nog wat door voor de zekerheid.
Slide 9 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je per ongeluk je telefoon meeneemt?
Slide 10 - Woordweb
Dit is mijn gouden tip voor deze examen periode:
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Heb je nog vragen en wil je nog even blijven?
Zo ja, schrijf het even op
Zo ja, schrijf het even op
