les 8. Ik LEG de scheidbare werkwoorden UIT

1 / 15
volgende
Slide 1: Video
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

scheidbare werkwoorden
werkwoorden die soms worden opgesplitst in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

scheidbaar werkwoord
 prefix (meestal voorzetsel) + werkwoord
opladen
afhalen
meenemen

Slide 3 - Tekstslide

scheidbaar ww met ander prefix

plaatsmaken
goedkeuren
huishouden
vooruitkomen

.

Slide 4 - Tekstslide

wanneer is een ww scheidbaar?

Slide 5 - Tekstslide

wanneer is een ww scheidbaar?
klemtoon op 1e deel van het werkwoord
overvallen?
injecteren?
vergroeien?

Slide 6 - Tekstslide

wanneer scheid je het ww?
voorbeeld:
 foto natekenen

Slide 7 - Tekstslide

wanneer scheid je het ww?
als het scheidbare werkwoord in de persoonsvorm staat
voorbeeld:
hij tekent morgen de foto na

Slide 8 - Tekstslide

de plaats van het voorzetsel
 als het ww. in de persoonsvorm staat in de o.t.t. en o.v.t.

hij tekent de foto in de winkel na
hij tekent de foto na in de winkel.

Slide 9 - Tekstslide

de plaats van het voorzetsel
als het scheidbare ww in de persoonsvorm staat in een bijzin:

Hij zegt [dat hij de foto in de winkel natekent].

Slide 10 - Tekstslide

wat gebeurt er als het scheidbare ww niet de persoonsvorm is?
voorbeeld:

foto natekenen

Slide 11 - Tekstslide

wat gebeurt er als het scheidbare ww niet de persoonsvorm is?
Het hele werkwoord verplaatst zich naar het einde van de zin.
voorbeeld:

hij zal morgen de foto natekenen
hij zegt dat hij de foto in de winkel moet natekenen

Slide 12 - Tekstslide

scheidbaar ww in zinnen met 'om te'
niet scheidbaar:
Ik heb geen zin om te kijken.
Ik heb geen tijd om de jurk te tekenen.

scheidbaar:
Ik heb geen zin om uit te kijken.
Ik heb geen tijd om morgen mijn zusje na te tekenen.

Slide 13 - Tekstslide

scheidbaar ww als voltooid deelwoord?
hoe maak je het voltooid deelwoord?

voorbeeld:
foto natekenen

Slide 14 - Tekstslide

hoe maak je het voltooid deelwoord
het prefix (ge-) komt voor het werkwoordelijk deel.
hij heeft gisteren de foto nagetekend
ik heb het patroon overgetrokken

Slide 15 - Tekstslide