H6.3 De Europese eenwording

H6 'Eenheid en verdeeldheid'



cursus 6.3 'De Europese eenwording'



Tijdvak 10:

Tijd van televisie en computer (1950-nu)

Periode 5: Moderne Tijd (1800-nu)

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 'Eenheid en verdeeldheid'



cursus 6.3 'De Europese eenwording'



Tijdvak 10:

Tijd van televisie en computer (1950-nu)

Periode 5: Moderne Tijd (1800-nu)

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 6.2

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het begrip de Koude Oorlog?
A
Oorlog die in de winter werd gevochten.
B
Periode van tegenstelling tussen Oostblok en Westblok.
C
Een oorlog waarbij nooit echt is gevochten.
D
Oorlog waarbij veel mensen van de kou en honger zijn omgekomen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het kapitalisme en het communisme?

Slide 5 - Open vraag

Noem 2 gevolgen van het einde van de Koude Oorlog

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent het IJzeren Gordijn?
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
B
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog.
C
En gordijn van ijzer dat het Oostblok van het Westblok scheidde tijdens de Koude Oorlog.
D
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen.

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen 6.3
  •  Je kunt uitleggen waarom de Europese Unie is opgericht.


  • Je kunt uitleggen wat de Europese Commissie doet.

 

  • Je kunt uitleggen wat het Europees Parlement doet.

  • Je kunt 2 voordelen noemen van het wonen in de Europese Unie.

Slide 8 - Tekstslide

De Europese Unie

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Europese Unie?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Europese eenwording
Doel van de EU:
  • Nieuwe oorlog in de toekomst voorkomen.
  • Samenwerking tussen landen.

Slide 12 - Tekstslide

Ontstaan in jaartallen
1944: Benelux (economische samenwerking)
1951: EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
1957: EEG (Europese Economische Gemeenschap, vrij verkeer mensen en goederen)
1992: EU (Europese Unie, economische en politieke samenwerking)
2002: Euro (Niet elk land van de EU of Europa heeft de euro)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de slag 
  • Wat? 
    H6.3 
    Opdrachten 1 t/m 5 
  • Hoe?
    Samenwerken.
  • Klaar?
    Nakijken.  

Slide 15 - Tekstslide

Pauze

Slide 16 - Tekstslide

Tour Berlijn afmaken

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiting 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het kapitalisme en het communisme?

Slide 19 - Open vraag

Noem 2 gevolgen van het einde van de Koude Oorlog

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent het IJzeren Gordijn?
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
B
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog.
C
En gordijn van ijzer dat het Oostblok van het Westblok scheidde tijdens de Koude Oorlog.
D
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen.

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer werd de EURO ingevoerd?
A
2001
B
2002
C
1980
D
1998

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer is de EU opgericht?
A
1956
B
1945
C
1992
D
1976

Slide 23 - Quizvraag

Wie is de baas in de EU?
Europese commissie: dagelijks bestuur EU en bedenkt wetten.

Europees Parlement: Bekijkt of de wetten wel goed zijn voor de EU en of wetten goed worden uitgevoerd.

Slide 24 - Tekstslide

De Europese commissie
Wie zitten erin?:
Commissarissen uit de 27 landen.

Wat doen ze?:
Zij bedenken wetten en zorgen dat deze ook uitgevoerd worden.

Slide 25 - Tekstslide


Europees Parlement



  • Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
  • Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Noem 2 voordelen van wonen in de EU

Slide 28 - Open vraag

Aan de slag
Maken:
  • cursus 6.3 blz. 110 t/m 115 opdr. 5 t/m 14
  • Klaar?
    Nakijken.

Slide 29 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 6.3
  •  Je kunt uitleggen waarom de Europese Unie is opgericht.

  • Je kunt uitleggen wat de Europese Commissie doet.

  • Je kunt uitleggen wat het Europees Parlement doet.

  • Je kunt 2 voordelen noemen van het wonen in de Europese Unie.

Slide 30 - Tekstslide